door Roger Klaassen
Voor dit interview met Rienk Vlieger komen we in Friesland terecht – of zoals Rienk het liever heeft: Fryslân. Rienk heeft Friese roots, maar werd geboren in het Overijsselse Oldenzaal. Kort nadat hij zijn partner Harmke ontmoette, kochten ze een huisje in het Friese Eastermar. Oorspronkelijk was dat bedoeld als een tussenstop, maar ze wonen er nog steeds.
Rienk beschrijft zijn loopbaan als die van een zoeker en zwerver, maar na allerlei omwegen kwam hij tijdens een zwerftocht door Zuid-Europa tot de overtuiging dat hij het moest zoeken in de creatieve hoek. Hij studeerde aan de HKU (Hogeschool voor de Kunsten Utrecht), switchte naar de KABK (Koninklijke Academie voor de Beeldende Kunst) in Den Haag, waar hij in 1993 afstudeerde.
Vervolgens bleek het lastig de kost te verdienen in de kunst, en raakte Rienk verzeild in webdesign en grafische ontwerp. Samen met Harmke runde hij een eigen bedrijf, maar uiteindelijk moesten ze daarmee stoppen wegens gezondheidsproblemen.
Maar genoeg over Rienk persoonlijk: hij wil het vooral over urban sketching zélf hebben!
Urban Sketching – prehistorie
Rienk vertelt over zijn eerste (min of meer) urban sketch:’In 1968 werd Robert Kennedy vermoord. De uitzending van de uitvaart duurde een hele dag, omdat de kist van de plechtigheid in New York met de trein naar de begraafplaats in Washington werd vervoerd – en dat werd helemaal gevolgd. Wij hadden thuis net televisie, ik keek de hele dag en maakte intussen een tekening, een soort urban sketch.’
Herontdekking van potlood en kwast
‘Heel lang was de computer mijn grote vriend en raakte ik geen potlood of kwast aan. Het enige echt creatieve dat ik deed was grafisch ontwerpen en het schrijven van korte verhalen, meestal in het Fries. Een paar jaar geleden vond ik echter mijn tekendoos terug. De geur van grafiet kwam me tegemoet toen ik het doosje opende. Dit is zonde, dacht ik toen en het begon te kriebelen.’
‘Omdat ik heel lang niets gedaan had op teken- en schildergebied was het een kwestie van opnieuw beginnen. Ik meldde me aan bij een schildercursus van Sikko Mulder, domweg om mezelf te dwingen weer aan de slag te gaan. Zo vond ik heel langzaam de weg weer terug. Gaandeweg kwam ik er achter dat ik blijer werd van de voorstudies en de schetsjes, dan van het schilderij zelf. In de schets zit een spontaniteit die ik bij een schilderij vaak mis.’
‘Op de academie werkte ik destijds vaak abstract, vanuit een bepaald concept. Nu begon ik met tekenen naar directe observatie. Dat beviel zo goed dat ik het ben blijven doen.’
Urban Sketching
En dan zijn we al bijna bij urban sketching: ‘Hoe ik precies in aanraking kwam met het fenomeen ‘urban sketching’ herinner ik me niet precies, maar ik moet het op internet zijn tegengekomen vanuit mijn interesse voor het schetsen.’
‘Ik raakte betoverd: ik voelde me een chefkok die een boek met geheime, sublieme recepten had gevonden. Al gauw kocht ik boeken zoals ‘Sketching 365‘ van Katherine Tyrell en ‘The Art of Urban Sketching‘ van Gabriel Campanario. Op Facebook vond ik de Urban Sketchers groep en begon de grote namen te volgen.’
‘Urban sketching werd mijn ding. De schets niet langer als voorstudie maar meteen als eindproduct. Dat bevalt me erg goed. Het mooie is ook dat ik niet weet waar het heen gaat. Blijf ik altijd alleen schetsen? Of is dit avontuur de basis voor weer iets anders? Het is een ontdekkingstocht die je tegelijkertijd op papier vorm geeft. Wat wil een mens nog meer?’
‘Op locatie tekenen heeft iets wat je op een atelier nooit zult meemaken. Het is de combinatie van het moment, het weer en dus het licht, maar ook de mensen die je intussen aanspreken. Met moment bedoel ik dat ik altijd probeer het verhaal van het moment te pakken. Elke urban sketcher weet dat je soms snel moet werken. Die twee oude mannetjes op het plein, ze zitten daar nu nog te kletsen maar het volgende moment, als je net even niet opkijkt, loopt er ééntje weg. Die spanning van dat je niet weet hoe lang de situatie hetzelfde blijft, daar hou ik van. Daarom wil ik altijd snel werken, soms te snel. Ik moet mezelf dwingen te concentreren, rustig te werken.’
‘Ze zeggen wel eens dat kunstenaars anders naar de dingen kijken. Als je bezig bent met urban sketching, dan klopt dat helemaal. Je gaat ergens heen en dan bekruipt je het gevoel dat het misschien een ‘schetswaardige’ plek is. Er is iets mee. Je houding verandert. Je gaat anders naar die plek kijken: wat zou een mooie compositie zijn, waar komt het licht vandaan, wat zijn interessante details? Je kijkt en observeert. Dan zet je je eerste lijn op papier. Je bent ineens op een hele andere manier aanwezig op die plek. En terwijl de tekenaar de plek vastlegt, kijken de andere mensen op die plek juist weer naar de tekenaar. Dan is de cirkel min of meer rond.’
‘Interactie met publiek vind ik leuk. Ik kan er goed tegen dat mensen over mijn schouder meekijken. Vaak zeggen ze niks en kijken een beetje voorzichtig, stiekem. Vervolgens groet ik ze zodat ze zich meer op hun gemak voelen. Soms ontstaat er dan een gesprek. En dat levert dan weer een mooi verhaal op. En dan klopt alles. Want ergens ben ik het liefst een verhalenverteller, zowel in woord als beeld. Een voorbeeld is het verhaal van Tino, die ik in Portugal ontmoette (het is te lezen op mijn site).’
Weet je trouwens wie een urban sketcher avant la lettre was? Acteur Peter ‘Columbo’ Falk. De oudere jongere weet zich die tv-serie nog wel te herinneren: Lieutenant Columbo, de rechercheur in die smoezelige regenjas. In de film ‘Der Himmel über Berlin’ (1987, Wim Wenders) speelt hij zichzelf, een filmmaker die een film gaat maken over het nazi-verleden van Berlijn. Wanneer hij op de filmset moet wachten, zie je hem tekenen in een klein boekje (zie de scène hier). Toen ik die film voor het eerst zag, sprak dat mij meteen aan. Het idee dat je altijd een schetsboekje bij je hebt: hoe simpel kan het zijn? De film is om een hoop andere dingen ook een aanrader, maar dat terzijde.’
Materialen
Rienk noemt zichzelf en zijn partner Harmke ‘art supply junkies’: ‘We kunnen niet voorbij een kunstenaarsbenodigdhedenwinkel lopen zonder iets te kopen. Het is voor ons één grote snoepwinkel. Dit is waarschijnlijk erg herkenbaar voor andere schetsers. Harmke kan alles gebruiken omdat ze collages maakt en met mixed media werkt. En ik wil gewoon elk pennetje een keer uitproberen.’
‘In mijn etui zitten vier Lamy’s (gevuld met verschillende inkten: zwart, grijs, sepia en zwart-nietwatervast) en wat potloden en stiften. En verder een Winsor & Newton aquareldoos. Ik gebruik meestal platte kwasten in verschillende breedtes.’
‘Ik heb geen vaste manier van werken. Soms maak ik een opzetje in potlood, soms in inkt en dan voeg ik later kleur toe. Of ik werk alleen met aquarel. Of alleen potlood of inkt. Maar ach, ik ben een zoeker: altijd weer iets nieuws willen proberen, andere stijl, ander materiaal, dat hoort bij mij.’
‘Wat ik trouwens ook geweldig spul vind is Artgraf aquarelgrafiet. Dat gebruik ik vaak bij het maken van portretschetsen (bekijk een voorbeeld op mijn site).’
‘Wat me ook nooit lukt is één schetsboek of één formaat gebruiken. Dat is best lastig want ik moet zoveel meeslepen… Ik gebruik vaak losse vellen aquarelpapier. De mixed-media blokken van Hahnemühler van 310 grams zijn fijn en niet zo duur. Boekjes vind ik niet altijd prettig om mee te werken: bij mij lukken niet alle schetsen of ik zit niet altijd in de juiste flow, dus dan zijn losse vellen handiger.’
Favoriete onderwerpen & locaties
Rienk is niet kieskeurig wat zijn onderwerpen betreft: ‘Zwervend door mijn wereld kan iedere plek een bron van inspiratie zijn. Alledaagse taferelen: mensen aan het werk, schepen, havens, straatpraatjes. Niks ingewikkelds. Het vastleggen van het moment, het licht, de situatie pakken, daar gaat het me om. Door te schetsen raak ik me meer bewust van mijn omgeving.’
Maar toch, het ene onderwerp spreekt meer aan dan het andere, ook bij Rienk: ‘Ik heb een voorliefde voor oude schepen, oude mannen en oude steden. Zo heb ik in Bretagne veel scheepskerkhoven geschetst, zo’n oude vissersboot, die afgedankt ligt weg te kwijnen op een verlaten zandbank. Tijdens het tekenen praat ik in mijn hoofd met dat schip: waar ben je geweest, wat heb je allemaal beleefd?’ Wie ook op zoek wil naar scheepskerkhoven in Bretagne, kan terecht op deze site. Er staat een kaart op van alle scheepskerkhoven.’
‘Vannes, ook in Bretagne, is een goeie vakantietip. De binnenstad is prachtig omdat deze niet gebombardeerd is in de Tweede Wereldoorlog. Bovendien is er elk jaar een week met gratis jazzconcerten tijdens ‘Jazz en Ville‘, dan sla je twee vliegen in één klap. Enfin, je hoort het: Bretagne is favoriet.’
‘Maar ik teken ook graag in Portugal en in mijn eigen provincie natuurlijk. Havenplaatsjes zijn altijd een dankbare locaties, daar komen al mijn voorliefdes bij elkaar.’
‘Als laatste wil ik Leeuwarden noemen, de Culturele Hoofdstad 2018. Iedereen heeft met de komst van de ‘Reuzen van Royal de Luxe’ op tv kunnen zien hoe mooi, rijk en veelzijdig die stad is. Het USK symposium van 2019 had gemakkelijk in Leeuwarden plaats kunnen vinden. Die stad is er helemaal klaar voor om Amsterdam te gaan ontlasten wat toerisme betreft.’
Urban sketchers hebben veelal de neiging om het plaatje, de wereld, wat mooier te maken dan het in werkelijkheid is onder het motto ‘See the world one drawing at the time’. We pikken er graag de mooie stukjes uit. Daarom verwijs graag ik naar twee tekenaars die juist de minder mooie kanten van de wereld laten zien.
De tekeningen van Gideon Summerfield vind ik heel bijzonder.
En indrukwekkend: de teruggevonden schetsboekjes van Victory A. Lundy, een 21-jarige soldaat tijdens de Tweede Wereldoorlog. Terwijl de kogels om zijn oren vlogen, lag hij te schetsen. De tekening van een doodgeschoten Duitse soldaat, toen ik die voor het eerst zag, kreeg ik kippenvel.
Urban sketchersbijeenkomsten
Rienk is enthousiast over de bijeenkomsten, schetsdagen, sketchcrawls – hoe je ze ook maar noemt: ‘Het sociale aspect van de USK vind ik belangrijk: schetsen op zich is al geweldig, maar medeschetsers ontmoeten geeft een extra dimensie aan het geheel.’
‘Wat ik zo tof vind van het USK concept is dat iedereen mee kan doen: beginners en gevorderden, amateurs en professionals, alles door elkaar. Je stimuleert elkaar, wisselt tips uit, komt op nieuwe ideeën. Delen is het nieuwe hebben, zeggen ze wel eens. Voor USK gaat dat helemaal op.’
‘De Urban Sketchers Groningen-groep is erg actief en ook ‘Urban Sketchers Fryslân‘ begint nu lekker te lopen, vooral dankzij het idee van Melda Wibawa om een Elfstedenschetstocht te doen.’ De oprichters van de Friese urban sketchers-groep Melda en Lia vrogen Rienk om mee te doen; het eerste resultaat daarvan is het logo voor de groep.
Zoals we inmiddels gemerkt hebben, is Rienk enthousiast en hij ziet dan ook een grote toekomst voor urban sketching: ‘Het gaat nog groter worden, nog meer leden. Er gaan groepen komen met eigen specialismen [Redactie: inmiddels zagen we een groep ontstaan van ‘digitale urban sketchers’]. Bovendien gaan kranten en (online) magazines de urban sketchers ontdekken. Iedereen speelt tegenwoordig zelf voor fotograaf met een mobieltje op zak. Maar het publiek begint volgens mij fotomoe te worden. Tekeningen uit directe observatie gaan het helemaal maken. Mensen vinden tekeningen altijd leuk.’
Een hartekreet
Rienk moet nog iets kwijt over het kunstonderwijs: ‘Urban sketching zou vast onderdeel van het lesprogramma moeten zijn op elke kunstacademie, naast modeltekenen. Het is enorm leerzaam voor je tekenvaardigheid. Het dreigt mijn stokpaardje te worden, maar een beetje kunnen schetsen is een enorme rijkdom.’
‘Ieder kind tekent en vertelt daarmee een verhaal. Op het moment dat we moesten leren schrijven verloren de meesten van ons, ik ook, de kunst van het tekenen. En dat is echt jammer. Via urban sketching kun je die vaardigheid weer terugwinnen.’
Bekijk meer werk van Rienk op zijn website, of volg hem op Instagram of Facebook.
We bedanken Rienk voor zijn verhaal en zijn bespiegelingen over urban sketching. De volgende keer blijven we in het noorden van ons land.
Recente reacties