Anke van Doorne in actie in haar eigen achtertuin.


door Roger Klaassen

Anke van Doorne’s tekeningen vielen mij al een tijdje op in onze Facebook-groep, vooral vanwege de keuze van de onderwerpen. Die liggen bij haar vaak letterlijk op straat – zo konden we aan de hand van haar schetsen de werkzaamheden bij haar in de straat volgen. Anke kiest wel vaker voor onderwerpen die niet per se pittoresk zijn, maar die er op een tekening prima uitzien. Tijd voor een kennismaking!

Anke woont sinds 1986 in de Rotterdamse wijk Overschie, een wijk in het noorden van de stad waar ook Rotterdam Airport ligt. Ze is 62 jaar, getrouwd, en ze heeft drie volwassen kinderen die in Utrecht wonen. Ze heeft jarenlang als microbiologisch laborante in verschillende laboratoria gewerkt en ook tien jaar in diverse functies bij een Science Centre in Rotterdam, waar kinderen kennis konden maken met wetenschap. Sinds 2017 doet ze als vrijwilligerswerk. Op dit moment kun je haar vinden in de bibliotheek.

Mijn favoriete schets is op dit moment de tekening van een schuurtje in het Zuiderzeemuseum. Vooral de leuke opmerking: “Kijk, die mevrouw maakt een trage foto” was erg leuk, voor mijn gevoel klopt de tekening helemaal.


Een heel leven creatief

Anke: “Ik kan me niet anders herinneren dan dat ik altijd creatief bezig ben geweest, variërend van modelbouw tot handwerken en van figuurzagen tot fantasiepoppen boetseren. Mijn ’tekencarrière’ begon met een thuiscursus Tekenen voor Beginners van de NHA. Een leuke cursus, waarbij ik met veel teken- en schildermaterialen heb kennisgemaakt. De beoordelingen waren best goed, maar ik kreeg het niet voor elkaar om de onderwerpen die ik wou tekenen zo op papier te krijgen zoals ik het in mijn hoofd bedacht had. Ik wou denk ik te realistisch tekenen en schilderen en dat lukte me niet. En ik had moeite om een onderwerp te vinden, gek genoeg. Na afloop van de cursus verdween alles in de kast. Ik heb toen besloten dat ik geen tekentalent had.”

Gelukkig bleef Anke wel creatief bezig en zo kwam ze toch weer bij het tekenen terecht: “In plaats van tekenen heb ik me toen op mixed media artjournaling gestort. Lekker met acrylverf spelen, collage, stencillen, stempelen, handletteren enz. enz. Verder vind ik het heel erg leuk om allerlei teken- en schildermaterialen uit te proberen. En zo begon ik toch ook weer te tekenen. Sinds vier jaar houd ik een getekend dagboek bij, waarin ik meestal werk met kleurpotlood en fineliners.”

Anke & Urban Sketching

Zoals de meesten van ons ontdekte Anke het urban sketching via een toevallig bezoek op Facebook: “In 2017 ontdekte ik het urban sketchen. Dat vond ik zo leuk dat ik het ook wou proberen. Ik zag hoe leuk het is om juist heel losjes en schetsmatig te werken en dat je het onderwerp naar je eigen hand kan zetten, het hoeft niet heel precies. En dat ook schots en scheef een hele leuk tekening kan opleveren.”

“Mijn eerste sketchcrawl was in september 2017 aan de Willemskade in Rotterdam. Ik vond het natuurlijk doodeng, want was het wel oké dat iemand zonder tekentalent mee ging doen? Maar ik kwam er al snel achter dat dat geen enkele belemmering was! Wat ik heel gaaf vind is dat als meerdere mensen hetzelfde onderwerp tekenen, dat al die tekeningen er anders uitzien. Toen ik eenmaal mijn eerste urban schets had gemaakt was ik gewoon trots op mezelf dat ik dat gedaan had!”

“Inmiddels heb ik al heel wat keren meegedaan met sketchcrawls. Niet alleen in Rotterdam, maar ook in Den Haag en Delft en ik heb een aantal keer ook een Nationale Sketchdag meegemaakt. De laatste jaren ga ik ook steeds vaker in m’n eentje er op uit om te tekenen. En inmiddels durf ik wel te zeggen dat ik kan tekenen.”

Sinds vorig jaar helpt Anke bij het organiseren van sketchcrawls van de Urban Sketchers in Rotterdam. Een vrij slecht moment om in te stappen, vanwege corona natuurlijk, maar sinds het weer mag is Anke er altijd bij.

Waar ik veel leuke opmerkingen over heb gehad, is de reeks met tekeningen van de wegwerkzaamheden bij mij in de straat (het zijn 10 tekeningen totaal). Vooral het idee om juist zoiets alledaags te gaan tekenen vond men leuk.


Materiaal

Anke begint haar tekeningen altijd met een opzet in potlood: “Deze voorschetsen worden wel steeds simpeler en minder nauwkeurig. Ik telde in het begin zelfs altijd de ramen. In mijn voorschetsen let ik er op dat het perspectief en de verhoudingen kloppen of in elk geval naar mijn zin zijn. Ik geef nog wel aan waar bijvoorbeeld een boom staat (en ramen, deuren, bloembakken en noem maar op), maar ik ga steeds minder details daarvan tekenen. Ik laat dan bijvoorbeeld de dakpannen, ruitjes, blaadjes, enzovoorts, weg. Uiteindelijk wil ik direct met fineliner gaan tekenen.”

“Na deze simpele opzet ga ik verder met een fineliner of met de Tombow Fudenosuke brushpen (een soort viltstift met een flexible elastische punt – geen haren). Voor de kleur gebruik ik aquarelverf van Van Gogh.” Anke heeft geen voorkeur voor een bepaald merk penseel. Ze koopt ze in verschillende winkels en het zijn vaak goedkopere huismerken. Waterbrushes heeft ze uitgeprobeerd, maar dat leverde haar slechts ‘modderwater’ op.

“Mijn vorige schetsboeken waren mixed media schetsboeken, maar nu heb ik een schetsboek met aquarelpapier in gebruik en dat vind ik echt geweldig. Op het aquarelpapier ziet het er simpelweg mooier uit. Nat in nat werken en wassingen lukken beter, en de verf droogt mooier en gelijkmatiger op. Het formaat schetsboek wat ik gebruik is 20 x 23 cm. A5 vind ik te klein.”

Een voorbeeld van iets lelijks is te zien op deze schets. Tijdens de lockdown had ik een paar individuele sketchcrawls bedacht, waaronder urban ugliness. Het grappige was dat er veel opmerkingen kwamen dat men niet wist wat ze dan konden tekenen. Uiteindelijk was er maar één persoon die ook iets had getekend.


Tips!

Anke heeft alleen maar leuke dingen meegemaakt als urban sketcher: “Het leukst is natuurlijk de uitroep: ‘Wat mooi!’ En dat is vooral leuk om te horen als er nog pas een vage potloodtekening op papier staat.”

Het ontmoeten van mensen en gesprekken met voorbijgangers vindt Anke ook een aantrekkelijk aspect van urban sketching. “Wat ik erg leuk vind van sketchcrawls is het moment dat iedereen aan het eind van de middag de tekeningen aan elkaar laat zien. Ik heb daar veel van opgestoken, door te vragen naar technieken en tips.”

Dat treft, want tips, daar zijn wij ook altijd benieuwd naar. We beginnen met de beste tip die Anke ooit kreeg: “Probeer als beginner niet tegelijk om én perspectief én verhoudingen én de juiste kleur (of noem maar op) goed te krijgen. Richt je op één aspect dat je wil verbeteren. Zo heb ik me een poos alleen gericht op het goed tekenen van perspectief in de urban sketch, totdat ik dat onder de knie begon te krijgen. Daarna ging mijn focus naar de verhoudingen. En inmiddels heb ik een nieuw doel: bomen en struiken beter weergeven. Ik krabbel nu maar wat en mik er op goed geluk wat groene verf in, maar dat kan best wat doordachter en beter! Om dit te leren, bekijk ik tutorials en tekeningen van andere urban sketchers: hoe hebben zij het aangepakt?”

De potloodtekening is uit 2013 en dit is echt de eerste urban sketch die ik maakte, al had ik destijds nog nooit van die term gehoord. Het was het uitzicht van ons vakantiehuis in Noord-Frankrijk. Let op alle blaadjes en dakpannen… geen wonder dat ik daarna niet verder ben gegaan met buiten tekenen. Maar achteraf is deze tekening is toch wel een kleine favoriet geworden. Misschien wel omdat ik dóór ben blijven gaan met het tekenen van al die blaadjes.


Een andere belangrijke tip van Anke, met name voor de beginners en de tekenaars die gebukt gaan onder strenge zelfkritiek: “Scheur nooit een mislukte tekening uit je schetsboek. Bewaar alles! Want na verloop van tijd kun je dan terugkijken en zul je zien je dat je vooruit bent gegaan.”

Anke heeft ook nog geruststellende woorden voor tekenaars die nog wat huiverig staan tegenover het meedoen aan een urban sketchersbijeenkomst: “Als ik andere mensen uitleg wat urban sketching is, dan benadruk ik dat het niet uitmaakt of je een geoefend tekenaar bent of dat je voor het eerst een gebouw tekent, maar dat elke tekening gezien mag worden. Dat wil dan nog niet zeggen dat ik zelf alles op Facebook en Instagram durf te zetten, hoor.”

Anke vindt het lastig om haar favoriete locaties of schetsonderwerpen te noemen, maar dat is juist mooi: alles wat ze tegenkomt kan interessant zijn om te tekenen! “Wat vind ik nou echt leuk om te tekenen? Meestal is het gewoon iets wat mij opvalt. Dat kan natuurlijk een mooi oud pand zijn, maar ook bruggen of juist iets lelijks (‘urban ugliness’) trekken soms mijn aandacht. Ik heb vaak wel moeite om een leuke plek te kiezen, ik zie gewoonweg teveel details en dan denk ik al snel: dat is te moeilijk.”

Zo zien we maar weer dat de grootste criticus in onszelf zit… het zou mooi zijn als daar een goed medicijn tegen te vinden is. Maar de rode draad uit Ankes verhaal is duidelijk: laat je niet bang maken, begin met iets kleins en ga stap voor stap vooruit (kijk daarom ook eens terug)… uiteindelijk zullen we van Anke ook nog wel die tekeningen zien met heel veel details waar ze nu nog van terugschrikt!

Bedankt voor je verhaal, Anke!

Hier zie je de oude dorpskern van Overschie. Ik stond daar heerlijk te tekenen en kwam in gesprek met een man. In eerste instantie ging het over mijn fiets, maar al snel keek hij naar mijn tekening en zei: “Ik ben kunstenaar, maar eigenlijk weet ik niet meer of dat nou nog steeds zo is, want het lukt niet meer. Maar tekenen op straat lijkt mij ook wel leuk.” Jammer dat ik niet weet of hij dat ook daadwerkelijk is gaan doen.