In het kader van de ‘Winsor & Newton – The Journey’ zal Julia Henze ons de komende maanden wat beginselen van urban sketching bijbrengen. Julia heeft een ruime ervaring in het geven van (online) tekenonderwijs. Veel plezier!

Read an english edition of this tutorial on the website of Julia!

door Julia Henze

Wat denk je als beginnende urban sketcher als je het woord “perspectief” hoort? Waarschijnlijk zoiets als “Dit is niks voor mij”, “Veel te moeilijk!”, “Oh, maar dan moet ik een hele opleiding aan de kunstacademie gaan volgen en daar heb ik helemaal geen tijd voor en geen zin in. Laat maar!”. En daar ben je uiteraard niet de enige in.

Maar wel of geen perspectief, wat willen we allemaal het liefst als ervaren kunstenaar of beginnende schetser? Juist! Dat wij zelf graag naar onze creaties kijken en dat andere mensen ze ook mooi en boeiend vinden. Dus de vraag is voornamelijk, hoe zorgen we daarvoor?

Er zijn veel verschillende manieren om je tekeningen interessant, spannend en mooi te maken. Het kan door middel van kleur, door het juiste gebruik van schaduwen en diepte, door detailering, bijzondere compositie en nog zo veel meer. Om dit alles voor jou te laten werken, moet je enige kennis hebben van de kleurentheorie, perspectief en compositie. Betekent het dat je zonder die kennis niet kan tekenen? Natuurlijk niet! Maar als je iets meer leven in je schetsen wilt blazen, dan is het zeker aan te raden om stapje voor stapje hier wat over te leren en het ook te proberen toe te passen.

Laten we maar eens kijken naar hoe we op een vrij gemakkelijke manier de eerste stap naar een boeiende en mooie schets kunnen maken. In dit artikel wil ik je laten zien hoe je, door middel van atmosferisch perspectief (niet te verwarren met het lijnperspectief waar iedereen zo bang voor is), diepte en spanning in je tekeningen kan creëren.

Maar eerst is het belangrijk om enkele definities duidelijk te maken. Wat verstaan we eigenlijk onder perspectief?

Er zijn twee belangrijkste typen:

  • Lijnperspectief
    Dit is de meest bekende en de meest gevreesde variant, waarbij diepte wordt gesuggereerd door middel van rechte hulplijnen, die in één of meerdere verdwijnpunten op de hoogte van de horizon samenkomen. Hoe verder objecten van ons oog zijn verwijderd, hoe kleiner ze lijken. Middels de hulplijnen kunnen we de grootte van objecten in onze tekeningen bepalen. Lijnperspectief is een concept (de hulplijnen en verdwijnpunten bestaan niet echt) met bepaalde regels dat je moet kennen en begrijpen. En als je het eenmaal door hebt, is het helemaal niet zo moeilijk meer.
    Op Skillshare (een online learning platform for creatievelingen) heb ik twee cursussen over perspectief: “Urban Sketching for Beginners: One-Point Perspective” and “Urban Sketching for Beginners: Two-Point Perspective” waarin ik op een leuke en simpele manier, met veel voorbeelden, uitleg hoe je het één en twee punten perspectief in verschillende omstandigheden kan tekenen en reik ik je een aantal makkelijke oefeningen aan om het beter te begrijpen en het eigen te maken.
  • Atmosferisch perspectief:
    Dit is iets waar ik het in dit artikel met jullie over wil hebben. In dit geval gaat het niet om een concept maar om hoe onze ogen de wereld waarnemen, hoeveel details we zien, hoe we de kleuren en het contrast tussen de lichte en de donkere delen ervaren. Atmosferisch perspectief wordt als begrip voornamelijk gebruikt in het schilderen van landschappen – voor velen bekend beeld met lichte bergen in de verte en donkere in de voorgrond. Toch ben ik ervan overtuigd dat het ook voor urban sketching een hele goede methode is om diepte te benadrukken en daarmee onze schetsen interessanter en sfeervoller te maken.

Het principe van atmosferisch perspectief

Laten we maar kijken naar de basisprincipes voor het creëren van atmosferisch perspectief in urban sketching zoals ik het zie.

Het is belangrijk dat je vanaf nu al je schetstaferelen als een soort van theaterpodium ziet met uitgesneden decorstukken die plannenworden genoemd. Van voren naar achteren: het dichts bij ons is het voorplan (oftewel de voorgrond), verder weg het middenplan (het midden van een tafereel) en het verst is het achterplan (oftewel de achtergrond).

Het voorplan: hoe dichter bij ons oog objecten zijn, hoe groter ze lijken. Ik zeg “lijken” omdat objecten eigenlijk altijd even groot blijven. Het enige wat verandert is onze perceptie. De details en texturen zijn in het voorplan heel goed te zien. Zo kunnen we ieder blaadje op een boom, iedere steen op de grond, ieder letter op een kenteken duidelijk waarnemen. Wat we ook duidelijk kunnen waarnemen zijn schaduwen en de hooglichten van objecten en van alle kleine details. Daardoor ontstaat veel contrast. Als wij het voorplan vrij gedetailleerd tekenen, texturen toevoegen en vrij veel contrast weten te creëren, dan krijgen we een spannend en interessant beeld.

Het middenplan: verder weg worden de objecten smaller. Door de afstand kunnen we niet meer elke detail zien en de vorm van objecten wordt iets minder duidelijk. Door de hoeveelheid lucht en de breking van het licht neemt ook het contrast af. Licht en donker beginnen een beetje samen te smelten. Kleuren worden minder intens.

Het achterplan: alles wordt nog kleiner. We kunnen de details niet meer zien, alleen de vage vormen van de allergrootste voorwerpen. De schaduwen zijn ook nauwelijks waar te nemen. Ze zijn veel lichter dan in de midden- en voorgrond. De lichte delen worden juist minder licht. Hierdoor neem het contrast nog meer af en heeft alles min of meer dezelfde toon. De kleuren krijgen een blauwe tint. Een object dat in de voorplan fel oranje is, wordt in de achterplan koel roze. Het is natuurlijk een illusie die door het stof en de mist in de atmosfeer ontstaat en het licht doet breken, maar als wij deze illusie in onze tekeningen gebruiken, dan wordt het voor ons oog aangenaam om ernaar te kijken.

Oké. Dit waren de basisprincipes. Laten we nu in de praktijk kijken hoe we dit beeld met 3 plannenkunnen creëren. Ik neem je mee in mijn step-by-step proces van het creëren van een atmosferische perspectief.

Materialen

Hier zijn de materialen die ik voor deze schets ga gebruiken.

Aquarel: Winsor & Newton Professional Watercolour (tubes) in volgende kleuren:

  • Ultramarine Blue
  • Ultramarine Violet
  • Quinacridone Gold
  • Transparent Orange
  • Perylene Violet
  • Burnt Sienna
  • Potter’s Pink
  • Opera Rose

Andere materialen:

  1. Papier: Winsor & Newton Professional Watercolour, 100% cotton, Cold Pressed, 300 g/m2, 22.9 cm x 30.5 cm
  2. Drie penselen: Winsor & Newton Professional Watercolour Synthetic Sable brushes:
    nr. 12 voor de grote vlakken,
    nr. 6 voor de middelgrote vlakken en grote details,
    nr. 4 voor kleinere vlakken en kleine details.
  3. 3 zwarte fineliners: 0.1mm, 0.3mm en0.5mm (ik gebruik verschillende diktes om de diepte extra te benadrukken met het lijnwerk, maar in principe is 0.5 mm ook voldoende)
  4. 2B Potlood
  5. Kneedgum
  6. Mengpalet
  7. Een pot met water (beter twee om je water niet te hoeven vervangen tussendoor)
  8. Keukenpapier

Oké! Alles staat klaar. Laten we gaan beginnen met tekenen!

Stap voor stap

Stap 1. Ik begin met het maken van een potloodschets. Je kunt mijn schets kopiëren, als je met mij mee wil tekenen, of je eigen referentie gebruiken als je wat meer zelfvertrouwen hebt. Druk niet te hard op het potlood en probeer ervoor te zorgen dat de potloodlijnen niet te dik en te donker zijn, omdat het anders moeilijk zal zijn om ze weg te krijgen. We willen natuurlijk ons papier niet beschadigen door te veel te gummen.


Stap 2. Verfijn de schets met eerst een dunne fineliner (0.1 mm) in het achterplan, een dikkere fineliner (0.3mm) in het middenplan en de dikste (0.5 mm) in het voorplan. Of teken alles met de fineliner die je normaliter gebruikt. Vergeet niet dat hoe verder de objecten zijn, hoe minder details worden gebruikt.


Stap 3. Schilder heel de achtergrond met het grootste penseel (nr. 12). Begin met de lichtste kleur. Gebruik hier veel water en weinig pigment.


Stap 4. In dit plaatje hebben we eigenlijk nog een extra plan tussen het achterplan en het middenplan (het huis rechts en het groen links in de verte), maar om verwarring te voorkomen wil ik het geen naam geven. Ik ga er nog steeds vanuit dat er maar 3 plannen zijn en alle objecten, die zich tussen twee plannen bevinden, hebben eigenschappen van beiden, maar dan afgezwakt. In dit geval teken ik alleen een grote schaduw op het huis en in de volgende afbeelding zie je dat ik ook het groen een schaduw heb gegeven. Naar mijn idee iets te fel, maar ik zie later nog wel verder hoe dat uitpakt.


Stap 5. Schilder het deel van het huis aan de rechterkant (in het middenplan) het middelgrote penseel (nr. 6-8). Gebruik minder water en meer pigment dan je deed in het achterplan.


Stap 6. Voeg wat de grote schaduwen (onder het dak en op de trap) toe met hetzelfde penseel.


Stap 7. Creëer de eerste laag van de voorgrond (het huis in het midden, aan de rechter en aan de linker kant). Je kunt hier het grote penseel (nr. 12) gebruiken voor grote vlakken en het middelgrote penseel (nr. 6-8) voor kleinere vlakken en grote details.


Stap 8. Schilder het groen op het balkon, voeg grote schaduwen op de grond en enkele details toe met de grote en middelgrote penselen.


Stap 9. Schilder kleine details met het kleinste penseel (nr 2-4).


Stap 10. Deze stap is een kwestie van smaak. Ik hou van veel texturen en details in het voorplan. Als jij ook voelt dat je nog iets kan toevoegen aan je schets om het levendiger te maken, voel je dan vrij om meer details en meer kleur toe te voegen als je daar zin in hebt. Maar vergeet niet op tijd te stoppen! Het kan op een gegeven moment te veel van het goede worden en dat is natuurlijk ook niet de bedoeling.

Zorg ervoor dat objecten in de voorplan voldoende contrast hebben (lichte delen blijven licht, schaduwen mogen wat meer aangezet worden) en dat alles in het achterplan licht blijft.


De schets is klaar! Ik hoop dat je nu beter begrijpt hoe je zonder eng lijnperspectief (hoewel het in deze schets stiekem ook aanwezig was) de diepte in je schets kan creëren en je toekomstige tekeningen sprekender en sfeervoller kan maken.

Als je met mij mee hebt getekend en je bent van plan om je tekening op Instagram te delen, vergeet mij dan niet te taggen en de hashtag #winsorandjulia te gebruiken. Ik zie graag wat je hebt gemaakt. En natuurlijk hoor ik ook graag of je het leuk vond.