door Linda Toolsema

Zaterdag 22 april gaan we samen tekenen in Amsterdam, waar we in de voetsporen van Rembrandt gaan treden. Robert Huls is één van de vrijwilligers die ons tijdens deze National Sketch Day zal helpen om er een mooie dag van te maken.

Robert Huls in actie.


Robert Huls woont in Amsterdam, maar is opgegroeid in Maastricht. Toen was hij nog niet zo’n tekenaar, op een periode na waarin hij veel auto’s tekende. Een vriend van Roberts ouders was architect en dat leek hem wel wat voor de toekomst. Toch is hij in Delft Werktuigbouwkunde gaan studeren, een studie waar hij weinig creativiteit in kwijt kon. Overigens was Robert wel creatief bezig met muziek: als kind speelde hij saxofoon, en dat pakte hij in zijn studententijd weer op. Hij volgde jazz workshops en trad op met een band, wat zelfs leidde tot een tourtje door Frankrijk langs campings en bars. Na de studie kwam Robert in Amsterdam terecht, waar zijn vrouw is geboren en getogen, en waar hij nu al bijna dertig jaar woont. Samen hebben ze twee dochters en een zoon die allemaal in de twintig zijn en ondertussen alle drie min of meer het huis uit.

Naast zijn werk als docent Technische bedrijfskunde bij de Hogeschool Utrecht houdt Robert zich bezig met verschillende hobby’s. “In mijn vrije tijd stort ik me vaak ergens op voor één of enkele jaren, waarna mijn interesse weer wat afneemt, maar datgene wel deel uit blijft maken van mijn leven.” Zoals genoemd was Robert als student enkele jaren fanatiek bezig met jazz muziek. Toen hij net in het onderwijs werkte, verdiepte hij zich intensief in de vraag hoe je een goede les geeft en in het ontwikkelen van onderwijs. Daarna volgden onderwerpen als yoga, Zen boeddhisme, oplossingsgericht coachen en langeafstandzwemmen. En urban sketching uiteraard.

4 Keer Amsterdam

Amsterdam REM-Eiland.


Amsterdam, Nicolaaskerk.


Amsterdam, Amstel.


Amsterdam, Overtoom.


Visueel denken

Een jaar of vijf geleden volgde Robert voor het werk een cursus ‘Visual Thinking’ (visueel denken). Daarbij leer je op een symbolische manier eenvoudige tekeningen maken om een boodschap over te brengen. Robert had hier plezier in en begon dit heel veel te oefenen. “Ik heb toen bijvoorbeeld honderden poppetjes getekend in allerlei houdingen, vele schetsblokken vol. Het tekenen vond ik zo leuk dat ik van alles om me heen ging tekenen en af en toe ook buiten op straat huizen ging zitten tekenen. Eén van de meest verassende dingen vond ik dat leren tekenen heel erg lijkt op een muziekinstrument leren spelen. Als kind dacht ik dat je vooral veel talent nodig had om te tekenen. En aangezien mijn tekeningen er niet vanzelf heel mooi uitzagen, had ik dat talent blijkbaar niet. Nu ontdekte ik dat ik kon leren tekenen door heel veel te oefenen. Dat haalde de druk eraf dat een tekening mooi moet zijn.”


Pacific Debbie, Amsterdam. “Toen ik nog niet zo lang tekende, ben ik een keer naar het westelijk havengebied in Amsterdam gegaan en heb daar dit grote schip getekend, de Pacific Debbie. De tekening bevat behoorlijk veel details. Ook bevalt de kleur me en vind ik het perspectief goed kloppen. Hij hangt ingelijst in de woonkamer. En dan hoor ik te zeggen dat ik nog precies weet hoe het was toen ik die tekening maakte. Maar ik heb daar ook een keer in de buurt een grote elektriciteitscentrale zitten tekenen, en het maken van die tekening is me veel meer bij gebleven… Het was toen heel warm en ik heb veel te lang in de zon gezeten. Er was die dag ook een landelijke Sketch Day in Rotterdam. Maar ik had dat te laat door gehad om me in te kunnen schrijven, dus ben ik maar alleen gaan schetsen.”


Robert legt uit dat hij eigenlijk nog steeds elke tekening die hij maakt, ziet als een oefening. Soms komt er iets uit dat hij achteraf zelf best mooi vind, maar vaak ook niet. “Daarbij heb ik eens gelezen dat je van een eigen tekening eigenlijk pas lang nadat je hem gemaakt hebt, kan goed kan bepalen wat je ervan vindt. Dat herken ik wel.”

Four Elements Hotel op IJburg, Amsterdam. “Op IJburg heb ik een keer een tekeningetje van een hotel gemaakt, waarna ik het mensen bij de receptie heb laten zien. Zij haalden er meteen de manager bij die het heel mooi vond en vroeg of ik niet een paar tekeningen van het hotel wilde maken. Ik heb toen een flinke prijs genoemd, waar hij meteen mee akkoord ging. Vervolgens ben ik een paar dagen teruggegaan en heb drie grote tekeningen van circa 30 bij 40 centimeter gemaakt, waarvan dit er een is. Het was leuk om te doen, maar het tekenen was wel een stuk minder ontspannend! De vage droom om ooit nog eens met tekenen mijn geld te verdienen is voor mij toen wel vervaagd. Ik vind tekenen heel leuk, maar blijf toch ook graag werken als docent op het HBO.”


Bevlogenheid

Op zoek naar betere tekenmaterialen kwam Robert in de winkel met kunstenaarsbenodigdheden het boek ‘The Art of Urban Sketching’ van Gabriel Campanario tegen. “Ik kreeg meteen het gevoel: dit is wat ik nu aan het doen ben. En ik vond het fantastisch om te ontdekken dat het een naam had en dat mensen over de hele wereld dit ook deden.” Het boek was super inspirerend en is nog steeds Roberts favoriete boek over urban sketching, al heeft hij er inmiddels tientallen. Wat vooral aansprak was de grote variatie in stijlen en de bevlogenheid van de tekenaars. Een tijd lang sloeg Robert ’s ochtends het boek op een willekeurige plek open en bestudeerde dan de tekeningen op die bladzijden en las de verhaaltjes en de tips van de schetsers, waarna hij een hele dag geïnspireerd was.

Daarnaast ging Robert op zoek naar een mogelijkheid om samen met anderen te tekenen. Zo volgde hij een cursusdag bij Leideke van der Steur in Doesburg. “Ik weet nog dat ik toen heel erg op zoek was naar bevestiging of wat en hoe ik tekende inderdaad urban sketching was, en of ik het al een beetje kon.” Enige tijd later bezocht hij zijn eerste sketchcrawl bij het Schielandhuis in Rotterdam.

De eerste jaren dat Robert tekende, was hij naar eigen zeggen ‘behoorlijk fanatiek’ en was hij bijna al zijn vrije tijd aan het tekenen. “De laatste jaren is het, tot plezier van mijn vrouw die niet tekent, weer een beetje minder geworden. Maar ik heb nog steeds altijd een klein boekje en een tekenpennetje in mijn zak.” Om te blijven oefenen heeft Robert zich aangewend om tijdens de twintig minuten durende treinreis van werk naar huis één of enkele mensen te tekenen. Daarnaast tekent hij af en toe in het weekend en op vakanties, en organiseert hij regelmatig een sketchcrawl in Amsterdam.

Antwerpen. “Ik ben een paar dagen in mijn eentje naar Antwerpen gegaan om te tekenen. Dat vond ik heerlijk. De hele dag een beetje rondlopen of fietsen en op mooie locaties op mijn eigen stoeltje of een terras een tekening maken. Dit panorama van de stad maakte ik vanaf de overkant van de Schelde.”


Allerlei materialen

Robert varieert graag met zijn tekenmaterialen en probeert van alles uit. Hij begon met een Lamy Safari vulpen met een kalligrafiepunt en een verfdoosje van Winsor & Newton. Ook tekende hij een periode met Posca acrylverfstiften in primaire kleuren op bruin pakpapier, wat hele egale vlakken geeft. Tegenwoordig gebruikt Robert bijna altijd een doosje met Daniel Smith aquarelverf. Voor de lijnen gebruikt hij soms een petroleumblauwe Molotow 1,5 mm acrylverfstift, maar meestal een donkergrijze fineliner van 0,5 mm van UniPin. In zijn kleine schetsboekje houdt hij het materiaal eenvoudig: een zwarte of grijze fineliner, of de laatste tijd vaak een lichtblauwe en een donkerblauwe Pentel Brush Sign Pen. Deze pen heeft een flexibele punt die afhankelijk van hoe hard je drukt dikke of dunne lijnen maakt. Omdat hij niet watervast is, is dat niet goed in te kleuren met aquarel, maar de inkt kan wel mooi worden uitgewassen met een waterkwastje om zo blauwe vlakken te maken (zie het portret hieronder).

Portret in de trein, getekend met een donkerblauwe Pentel Brush Sign Pen. “De jas heb ik met een waterkwastje bewerkt.”


Wat schetsboeken betreft gebruikt Robert graag verschillende maten, vier stuks maar liefst. Ten eerste de Hahnemühle Nostalgie in drie maten (A5 portret en A5 en A4 landschap). Het papier van deze boeken is vrij stevig (190 gram), licht getint en lekker glad en zacht. Daarnaast heeft Robert altijd een klein schetsboekje bij zich, bijvoorbeeld een Talens Art Creation (140 gram) of een merkloos boekje met heel dun papier. Als hij op losse vellen papier tekent, gebruikt hij graag Hahnemühle Brittannia Satiné (300 gram).

Zicht op Rotterdam vanuit een flat van de Erasmus Universiteit. Posca acrylverfstiften op bruin pakpapier.


Persoonlijk

Robert heeft er nooit veel moeite mee gehad om ergens op straat te gaan staan of zitten tekenen, en hij heeft ook geen vervelende dingen meegemaakt. Ook wanneer mensen achter hem komen staan om mee te kijken terwijl hij aan het tekenen is, heeft hij daar geen last van. “Een praatje maken vind ik bijna altijd leuk. Tekenen met andere schetsers vind ik ook heel gezellig. Ik voer graag gesprekken met mensen, ook als ik ze nog niet zo goed ken. Met schetsen ben je beide geconcentreerd bezig, waardoor een gesprek traag verloopt en er veel stiltes vallen. Gesprekken worden op deze manier best snel persoonlijk.” Als Robert een sketchcrawl organiseert, doet hij ook zijn best om nieuwe deelnemers op hun gemak te stellen en een praatje te maken. “Hoewel dat er ook wel eens bij in schiet als ik enthousiast aan het tekenen ben…”

Bijna dagelijks tekent Robert mensen in de trein, liefst mensen die schuin tegenover hem zitten, een bank verder. “Ik probeer regelmatig andere dingen extra aandacht te geven, zoals ogen, mond of handen. Vaak hebben mensen niet door dat ik ze aan het tekenen ben. Als ze het wel opvalt dat ik erg aan het staren ben, laat ik mijn tekening zien. Bijna iedereen vindt het leuk en vooral jongeren vragen meestal of ze een foto mogen maken van de tekening. Soms vinden mensen het wel een beetje ongemakkelijk. Ik loop dan vast naar de deur van de trein en stap op het station snel uit, in de hoop dat mensen zo niet het idee krijgen dat ik iets van ze wil of ze zou volgen of zo.”

Amsterdam

De laatste tijd tekent Robert veel panorama’s van één of meer Amsterdamse straten of van huizen langs een gracht. Hij gebruikt dan een dubbele pagina in een liggend A4 schetsboek. “De laatste keer met een sketchcrawl in Amsterdam had ik me verkeken op het aantal details in mijn tekening. Na vier uur had ik een tekening die voor mijn gevoel nog maar voor een kwart af was. Vroeger zag ik bij het tekenen van een groot gebouw of meerdere huizen op tegen al die raampjes. Tegenwoordig probeer ik in een rustig ritme te komen met tekenen, en teken ik al die details behoorlijk snel en niet al te precies.”

Dat is een handige tip voor de Amsterdamse Sketch Day. Hopelijk zien we je daar!

Amsterdam, langs de Amstel, tijdens het Urban Sketchers Symposium in 2019. “Deze tekening is gemaakt met één van mijn favoriete technieken die ik regelmatig oefen om mijn stijl los te houden: in één lijn zonder de pen van het papier te halen. Daarbij speel ik wel af en toe vals, hier bijvoorbeeld met het tekenen van de ramen.”