
René in actie in Rekem.
door Roger Klaassen
Dit is alweer het 75ste USK Interview dat Linda Toolsema en ik vrijwel elke maand maken sinds 2018. We waren verrast toen we er achter kwamen dat René Fijten nog niet aan de beurt was geweest! René is een pionier wat urban sketching betreft (al ruim voordat de term urban sketching werd uitgevonden), hij was vanaf het allereerste begin betrokken bij Urban Sketching Nederland en hij is vanaf de oprichting van de Stichting bestuurslid. Als de uitspraak ‘hoogste tijd voor een kennismaking’ ooit van toepassing was, is het wel nu!
René woont in Hoensbroek in Limburg, is getrouwd en zijn vrouw en hij hebben twee kinderen en inmiddels vier kleinkinderen. In februari zal hij met pensioen gaan – hij werkt nog een paar weken als architect bij een groot internationaal ingenieursbureau Bilfinger-Tebodin. Daar ontwerpt hij fabrieken, pharmaceutische laboratoria en speciale gebouwen als vluchtleidingscentra. Hij is daarvoor vaak in het buitenland.

Een sleepboot in de haven van Ridderkerk, volgens mij een sloopwerf. Mijn zakelijke afspraak was op tijd afgelopen, het was guur en koud, maar ik kon de auto zo parkeren dat ik de schets van achter het stuur kon maken. Muziekje aan, en een onverwachte verrassing: een aardige mevrouw zag me tekenen en klopte aan het raam om me een flesje water te geven.
René en urban sketching
Zoals bijna alle architecten, tekende René al heel lang. Toch weet hij een precies moment aan te geven dat hij begon met ‘urban sketching’: “Tijdens de buitenlandse reizen die ik maakte voor mijn werk begon ik rond 2006 op locatie te schetsen als een manier om die reizen vast te leggen. Ik besloot om minstens één schets per trip te maken. Die legde ik dan vast in mijn blog – inmiddels uitgegroeid tot bijna 1900 posts! Mijn eerste posts waren van het carnaval in Limburg en van een reis naar Kiev.”
Rond diezelfde tijd bedacht Gabi Campanario in Seattle de term ‘urban sketching’. Gabi struinde het internet af op zoek naar tekenaars die ook op locatie tekenden en kwam zo bij René terecht. “Gabi nodigde me in 2008 uit om de Nederlandse correspondent van de net opgerichte urban sketching internationaal te worden. Dat begon als een klein, journalistiek blogproject. Maar na de publicatie van het boek ‘The art of urban sketching‘ (waar ik ook met twee tekeningen in sta) in 2012 explodeerde dat in een mate die niemand had voorzien.” Inmiddels verscheen tien jaar later er ook een opvolger van Gabi’s boek: ‘The World of Urban Sketching‘, door Stephanie Bower.
Van het een kwam het ander: René organiseerde in Limburg een aantal urban sketching bijeenkomsten en ontmoette daar Ruud Otten. Ruud startte Urban Sketchers Nederland, er werd een eerste National Sketch Day georganiseerd en in 2017 werd de Stichting Urban Sketchers Nederland opgericht door Ruud, Wiltfried, Gail, René en Roger. René is vanaf de oprichting secretaris van de stichting.
Een bijzonder hoogtepunt was de organisatie van het 10de International Urban Sketchers Symposium in Amsterdam in 2019. Als jonge stichting hebben we twee jaar aan het symposium gewerkt en het waren een paar fantastische dagen!

Afgelopen voorjaar hebben we een cruise over de Nijl gemaakt, van Luxor tot Assouan en terug. Ik had een zelfgemaakt schetsboek gemaakt, met verschillende soorten papier en zelf ingebonden. Het was een fantastische reis, en heel bijzonder was dat ik vanaf het bovendek in de schaduw kon tekenen en schetsen terwijl het landschap rustig voorbij dreef. Ik tekende de felucca’s (zeilboten) op het water bij Aswan
Materialen
René gebruikt veel verschillende materialen, maar een favoriete werkwijze is met pen en aquarel. “Ik heb verschillende types vulpennen die ik gebruik: normale pennen, calligrafie-pennen (met een platte punt), pennen met flexibele, buigzame punten en pennen met fude punten (een gebogen punt). Al met al zal ik wel twinitg vulpennen hebben. Ik gebruik er grijze, donkerrode of zwarte inkt in – allemaal watervast. Ik maak eerst de tekening met pen, daarna kleur ik hem met aquarelverf van Schmincke.”
“Ik werk op verschillende soorten papier, maar mijn standaard schetsboek is het Moleskine Watercolour Notebook, A4 en A5. Er zijn ongetwijfeld betere schetsboeken, maar deze boeken ken ik door en door. Ik heb er inmiddels zo’n 60 gevuld denk ik. Soms maak ik ook mijn eigen schetsboeken.”
René is ook nog een enthousiaste schilder en heeft recent verf ontdekt waar hij goed mee uit voeten kan bij urban sketching. “Ik werk steeds vaker met acrylic gouache (Holbein), een fantastisch product. Het is een gouache (plakkaatverf) die vrijwel watervast opdroogt. Daardoor kun je een nieuwe laag opbrengen zonder de onderliggende laag opnieuw mee te nemen. Geweldig spul, vooral voor ‘urban painting’. Ik heb dan ook een speciale schilderkist gemaakt voor dit product.”

De Sint Jan in Den Bosch. Deze maakte René met acrylic gouache, een recente ontdekking van hem.
Tenslotte: René werkt bijna altijd staand. Hij paste een camera-statief aan zodat er een tekenplank op kan. Opgevouwen past het precies bij zijn andere tekenspullen in een rugzak. Veel urban sketchers hebben zo hun eigen tekenhulpjes geknutseld – let daar maar eens op bij een Sketch Day.
Ervaringen & tips van René
Soms ben je als urban sketchers bekender dan je denkt: “Ik liep in de winter van 2014 door Valencia, op weg naar de parkeergarage in een buitenwijk. Op een straathoek zaten twee Fransen te tekenen. Ik vroeg geïnteresseerd wat ze deden, en of ze wellicht ooit van Urban Sketching hadden gehoord. ‘Natuurlijk, dat is wat we doen’ zeiden ze. Tot mijn verbazing kenden we elkaar van internet, en hadden Bruno Agnes (Carnets de Bru, Bruno is in 2017 overleden) en ik de week ervoor nog commentaar geleverd op elkaars posts…”
“Een andere bijzondere ervaring is dat ik ooit in nachtelijk Los Angeles een schets maakte van een gele schoolbus op een bedrijventerrein. Dit leidde via omwegen tot een stripverhaal waar 25 verschillende tekenaars aan deel hebben genomen. Ik moet toegeven dat het project al een paar jaar stil ligt, tijd om het af te maken.” Dat wordt een klus voor na het pensioen…

2015, we waren voor onze trouwdag in New York, en hadden een hotel geboekt in het ROW, een wolkenkrabber vlak achter Times square. Bij onze aankomst vroeg ik aan de receptie: “Ik maak tekeningen vanuit mijn hotels, kunnen we misschien een zo hoog mogelijk gelegen kamer krijgen?” De vriendelijke receptioniste regelde voor ons de hoogste zuidelijke hoekkamer, met dit fantastische uitzicht over Hells Kitchen en de Hudson in de verte. En naar het zuiden helemaal in de verte over 8th Avenue.
Er was wel een klein dingetje: Wolkenkrabbers worden naar boven toe steeds smaller, en de kamers dus ook veel kleiner. Tussen bed en muur was nog maar 40cm over, en daar moest het koffer ook nog in.
De mensen die het tekenen op straat met al die wildvreemde voorbijgangers een hoge drempel vinden, kan René geruststellen: “Hoewel ik altijd open op straat teken, heb ik vrijwel nooit vervelende ervaringen met voorbijgangers gehad. De meeste mensen negeren het, of spreken er waarderend over.”
Voor René is het niet eens zo belangrijk of een tekening mooi of goed is: “Ik vind het heerlijk om de wereld (en vooral het leven in de stad) te observeren. Wat ik zo aantrekkelijk vind aan urban sketching is dat je dat probeert vast te leggen, het is een soort van notities maken. Ik vind dan ook belangrijker dat het gevoel van de plek (de genius loci) wordt geregistreerd, dan dat er een goede tekening uit komt.”
René schildert ook veel – hij gaat eens per jaar naar een schilderweek in Frankrijk en hij doet mee met schilderclubs die zich richten op het schilderen van portretten en naaktmodellen. Hij kan goed uitleggen wat voor hem het verschil is tussen schilderen en urban sketching. “Ik ben altijd een tekenaar geweest – sinds ik schilder weet ik dat ik denk in lijnen. Schilderen is fantastisch, maar ook ambachtelijker en serieuzer. Opeens spelen schilder-technische zaken een grote rol, zoals compositie, kleurbalans, hard/soft edges, contrast, toon, toets etc etc. Een snelle schets (in tegenstelling tot bijvoorbeeld een plein air schilderij) leent zich meer voor het vlot registreren van de werkelijkheid; het laat ook de vluchtigheid van het stedelijk leven zien. Dat vind ik eigenlijk leuker, daarom zal ik altijd op schetsen en tekenen terugvallen.”
“Als architect ben ik natuurlijk behept met het tekenen van gebouwen en auto’s. Ik heb daarbij een voorkeur voor industriële onderwerpen,zoals staalfabrieken of chemische plants. Die zijn lastiger te vinden, en hoewel ik er voor mijn werk vaak kom, mag ik het meestal niet tekenen vanwege geheimhouding.”
“Ik teken ook graag mensen in café’s, bibliotheken, de trein of fast food restaurants. Daar waar mensen informeel bij elkaar zitten en verdiept zijn in hun boeken of telefoons of eten.”

Tijdens onze reis door Egypte tekende ik ook tijdens een ballonvaart. Deze tekening is voor mij de essentie van het urban sketchen: ter plekke schetsen wat je ziet en beleeft. Zelfs al zweef je hoog over de velden en eeuwenoude monumenten.
Mooi verhaal René.
Mooi interview, geeft een compleet beeld weer van alles wat je doet op gebied van tekenen en schilderen. En dadelijk veel tijd om mooie dingen te maken.
Tonny en John