USK Interview: Ruud Otten

English translation: click here.


door Roger Klaassen

Sommige dingen zijn moeilijk voorstelbaar, bijvoorbeeld Urban Sketchers Nederland en het Urban Sketchers Symposium in Amsterdam zonder Ruud Otten. Zes jaar geleden begon Ruud met de Facebookpagina ‘Urban Sketchers Nederland‘, wat leidde tot de oprichting van de Stichting Urban Sketchers Nederland in 2017, en de afgelopen twee jaar was Ruud de drijvende kracht achter het local team voor de organisatie van het Symposium in Amsterdam. Net zo moeilijk voorstelbaar: op onze website is heel weinig informatie te vinden over Ruud. Met dit interview maken we een kleine inhaalslag.

O ja, helemaal onvoorstelbaar – Ruud zonder zijn partner Peggy Titaley – ook haar leren we iets beter kennen in dit interview.

Ruud Otten, schetsend in Amsterdam

Ruud Otten is 47 jaar en woont in het Zuid-Limburgse Stein. Hij is zelfstandig projectleider en hij is de voorzitter van de Stichting Urban Sketchers Nederland. Voor het Symposium is hij de aanvoerder van het local team – zijn takenpakket is kort samen te vatten als ‘alles’.

Peggy Titaley runt een kleinschalige dagvoorziening voor jongeren met een beperking. Daarnaast houdt ze Ruud overeind in deze drukke tijden. In aanloop naar het Symposium sprong ze in om teamleden te helpen waar nodig en tijdens het Symposium heeft ze de taak ‘ad hoc coordination’ – we hopen maar dat ze het rustig zal hebben.

Peggy Titaley, geconcentreerd aan het werk in Luik.

Urban Sketching: het begin

Als kind en puber tekende Ruud al heel veel. Maar zoals dat gaat: studie, werk, andere hobbies (met name muziek) en het tekenen raakte uit beeld. Rond 2012 wilde Ruud het tekenen weer oppakken en naar inspiratie zoekend op het internet stuitte hij op de Urban Sketchers-gemeenschap. Er was nog geen Nederlandse urban sketchers-groep, dus Ruud richtte de Facebook-pagina ‘Urban Sketchers Nederland’ op. Zijn doel: eropuit gaan, in contact komen met andere tekenaars en van elkaar leren.

Deze schets heb ik vorig jaar gemaakt in Indonesië op de Floreszee. Ik had de dag ervoor mijn ribben bezeerd en kon niet gaan snorkelen. Ik bleef op het schip om te schetsen. Even rust.

Vanaf die tijd ging Ruud op stap met tekenspullen in zijn tas. Peggy vond het in het begin geen hobby voor haarzelf, maar tijdens een vakantie in Berlijn ging ze langzaam om. Na een korte testfase bezochten Ruud en Peggy een Berlijnse kunstenaarsmaterialenwinkel waar Peggy van een schetskit werd voorzien en sindsdien zijn ze een urban sketchers duo.

Samen bezochten Ruud en Peggy de Urban Sketchers Symposia in Manchester, Chicago en Porto.

Voor Ruud gaat ‘urban sketching’ niet per se om het tekenen zelf, maar om het ontmoeten en leren van andere tekenaars. Tekenen kun je perfect in je eentje, maar weten dat je onderdeel bent van een grote gemeenschap maakt het leuker. Schetsdagen, Symposia, de Facebook-groepen: het gaat bij urban sketchers om delen en elkaar stimuleren. Ook al is het Symposium in Amsterdam een groot evenement, Ruud hoopt dat het allemaal zal verlopen in een gemoedelijke, vriendschappelijke atmosfeer. Misschien is de ‘Drink & Draw’ wel het mooiste onderdeel van het Symposium.

Eén van de eerste schetsen die Peggy Titaley maakte, in Berlijn. Hoe eenvoudig de schets ook is, hij vertelt een verhaal over musjes die het op de cake van Ruud en Peggy voorzien hadden.

Materialen

Ruud tekent met verschillende soorten pennen. De onder urban sketchers alom aanwezige Lamy-vulpen (in zijn geval een Lamy Joy, gevuld met Noodler’s Lexington Gray inkt), Uniball Pin Pens (een soort fineliner) en Sakura Pigment Brush Pens.

Voor de kleur gebruikt Ruud aquarelverf van Winsor & Newton. Hij gebruikt het in een klein doosje, het Mini Palette van Peggy Wong (Peggy Wong is bestuurslid van de internationale Urban Sketchers-organisatie – twee Peggy’s dus, dat geeft nog wel eens spraakverwarring, niet bij Ruud, maar wel bij mij). Het paletje is klein en dus makkelijk vast te houden, maar de bakjes zijn diep genoeg om voldoende verf mee te kunnen nemen.

Ruud tekent wel eens in schetsboeken, maar meestal maakt hij zijn eigen leporello’s (de zigzag-boekjes). Hij snijdt en vouwt die uit grote vellen of uit rollen papier: Fabriano Artistico, 200 of 300 grams. Jaren geleden bestelde hij een rol tekenpapier die ‘zijn hele leven zal meegaan.’

In de praktijk

Het mooiste van urban sketching vindt Ruud het tekenen in gezelschap, het liefst natuurlijk met zijn Peggy.

Hij geniet erg van onze Nationale Schetsdagen met hun gezelligheid en blije gezichten. In 2016 werd de eerste Nationale Schetsdag gehouden in Utrecht en inmiddels organiseren we er drie of vier per jaar. Naast een vaste groep terugkerende deelnemers komen er ook steeds weer nieuwe gezichten bij. Ruud houdt er van om dan rond te lopen langs de groepjes schetsers en komt vaak nauwelijks zelf aan tekenen toe.

Deze schets heb ik in de kerktoren van de Sint-Servaasbasiliek in Maastricht gemaakt. Mathy Engelen had geregeld dat we toegang hadden in de toren. Het was zo mooi om het geruis van de stad beneden te horen en in de verte de studentenwoning van mijn dochter te zien. Ik besloot de herkenningspunten met pijlen aan te duiden.

Soms maak je ook onverwachte dingen mee: ‘Toen ik eens in Luik aan het schetsen was, kwam een man naar me toe met een A3 aquarelblok. Hij had me zien zitten en was de aquarelblok thuis gaan halen. Hij zei alleen ‘Ik zag je zitten. Ik gebruik hem toch niet meer’, en liep weg. Ik kon hem nog net naroepen:’Bedankt!’.’

Tips

Ruuds tip voor een goede schetslocatie: ‘Maastricht. Het is een geweldige stad om te schetsen. Mijn opa komt er vandaan en het geeft me het ‘roots’-gevoel. De stad biedt zoveel voor schetsers, dat het moeilijk is om een keuze te maken. Het liefste zit ik met Peggy op een terrasje met een goed glas Tripelbier en schets ik wat ik zie.’

Ruud heeft ook nog een paar tekentips. ‘Ik teken eerst altijd de voorgrond: mensen, paaltjes, struiken of bomen. Daaraan meet ik alles wat daarachter komt af zodat alles op de tekening past. Als ik een toren teken, begin ik met een verticale lijn, waar ik de hoogte van de verschillende delen op af kan meten.’

Mijn partner Peggy Titaley en ik schetsen op vakantie vaak samen. Dit is een schets van haar kleurrijke schoenen in de trein onderweg naar het vliegveld voor onze reis naar Indonesië vorig jaar.

‘Ik maak nooit een schets in potlood, maar begin meteen met inkt. Alles wat tijdens het tekenen misgaat, blijft dus zichtbaar. Als je je schets na een tijdje weer ziet, vallen die foutjes niet meer op. Het onvolmaakte vind ik juist aantrekkelijk.’

Perspectief is altijd lastig, maar het werd voor Ruud een stuk makkelijker te doorgronden door deze tip: ‘Iemand vertelde me dat de horizon altijd op ooghoogte zit. Dus zeker als je staat, liggen de ogen van andere staande mensen allemaal ongeveer op de horizon, want we zijn allemaal ongeveer even lang. Je tekent de hoofdjes op één lijn, mensen die dichtbij staan zie je groter (voeten laag op de tekening), mensen die verder weg staan zie je kleiner (voeten hoger op de tekening).’

Bedankt voor je verhaal, Ruud, en ook voor de kleine introductie van Peggy. We wensen jullie alle geluk met het Symposium. Na alle tijd en energie die jullie daar in hebben gestoken hopen we dat jullie kunnen genieten van gezellige dagen in Amsterdam!

English version


USK Interview: Ruud Otten

by Roger Klaassen

Some things are hard to imagine, for example Urban Sketchers Netherlands and the Urban Sketchers Symposium in Amsterdam without Ruud Otten. Six years ago, Ruud started the Facebook-group ‘Urban Sketchers Nederland‘, which led to the Foundation Urban Sketchers Netherlands in 2017, and the last two years Ruud was the driving force behind the local team for the organisation of the Amsterdam Symposium. Just as hard to imagine: you can’t find much information about Ruud on our website. We have some catching up to do with this interview.

And oh yes, totally unimaginable: Ruud without his partner Peggy Titaley – we will also get to know her a little bit better in this interview.

Ruud Otten, sketching in Amsterdam.

Ruud Otten is 47 years old and he lives in Stein, in the very south of the Netherlands. He is a self-employed project manager and he is the president of the Foundation Urban Sketchers Netherlands. For the Amsterdam Symposium he is the leader of the local team – his official duties and tasks can be summarised as ‘everything’.

Peggy Titaley runs a small scale daycare for young people with a handicap. In her free time, she helps Ruud to survive these busy times. In the last two years, she jumped in to support team members whenever they needed help and during the Symposium she has a responsibility for ‘ad hoc coordination’ – let’s hope she will have a quiet time.

Peggy Titaly, working with full concentration on a sketch in Liège.

Urban Sketching: the beginning

As a kid and a youngster, Ruud drew a lot. But as things go: study, work, other hobbies (music, in particular music) and drawing got out of sight. Around 2012, Ruud wanted to take up drawing again and, looking for inspiration on the web, he found the Urban Sketchers community. There was no dutch urban sketchers group yet, so Ruud founded the Facebook-group ‘Urban Sketchers Netherlands’. His goal: go out, get in touch with other sketchers and learn from them.

I made this sketch last year in Indonesia, on the Flores Sea. I hurt my ribs the day before, so I could not go diving. I stayed on board to sketch. A quiet break.

From that day on, Ruud went out with drawing gear in his bag. At the time, his partner Peggy didn’t find it a hobby for herself, but during a holiday in Berlin she was slowly converted. After a short trial phase, Ruud and Peggy visited a Berlin art supply shop, where Peggy assembled her own sketch kit, and they were a sketching couple.

Together, Ruud and Peggy participated in the Urban Sketchers Symposia in Manchester, Chicago and Porto.

For Ruud, urban sketching is not about drawing per se, but about meeting other sketchers and learning form each other. You can perfectly well go out and make a drawing on your own, but is so much more fun to know that you are part of a bigger community. Sketch Days, Symposia, Facebook-groups: urban sketching is all about sharing and encouragement. Even if the Amsterdam Symposium is a big event, Ruud hopes that it will have a friendly, easy-going atmosphere. Maybe, the ‘Drink & Draw’ is the best part of the Symposium.

This is one of the very first urban sketches ever made by Peggy Titaley, in Berlin. The sketch may be very simple, but it tells the story about sparrows that were targeting our peach cake.

Materials & Tools

Ruud uses several kinds of pens. A Lamy fountain pen, very popular among urban sketchers (in Ruuds case a Lamy Joy filled with Noodler’s Lexington Gray ink), Uniball Pin Pens (a kind of fineliner) and Sakura Pigment Brush Pens.

For colours, Ruud uses Winsor & Newton watercolours. He has them in a tiny tin box, the Mini Palette by Peggy Wong (Peggy Wong is a board member of the international Urban Sketchers organisation – another Peggy so to speak, which causes some confusion sometimes, not with Ruud, but with me). The palette is small so it is easy to hold in your hand, but the wells are deep enough to hold a sufficient amount of paint.

Sometimes, Ruud draws in a sketchbook, but mostly he makes his own leporellos (the zigzag-books). He cuts and folds them from large sheets of paper or from paper on rolls: Fabriano Artistico, 200 or 300 grams. years ago he ordered a roll of paper that ‘will last a lifetime.’

In practice

The best part of urban sketching according to Ruud is drawing in company, preferably his own Peggy, of course.

He enjoys our National Sketch Days because of the friendly atmosphere and the happy faces. In 2016, the first National Sketch Day was organised in Utrecht, and now we organise three or four events a year. We have a steadily returning group of sketchers and at every event we receive new participants. Ruud enjoys walking around the groups of sketchers and hardly gets to sketching himself.

This sketch was made in teh church tower of the Sint Servaas Basilica in Maastricht. Fellow urban sketcher Mathy Engelen had arranged access to the tower. It was nice to hear the city moise below us and to see the student home of my daughter. I decided to indicate these landmarks with arrows.

Sometimes, unexpected things happen: ‘When I was sketching in Liège (Belgium), a man came to me and gave me an A3-watercolour sketchbook. He had seen me drawing and went home to get the sketchbook. He only said ‘I saw you drawing. I don’t use it anyway’, and he disappeared. I could just yell a ‘Thank you!’ at him.’

Tips

Ruuds tip for a good sketching location: ‘Maastricht. It is a great city to draw in. My grandfather lived there and it give me that ‘roots-feeling’. The city has so much to offer to sketchers, that it is hard to make a choice for a more precise location. I prefer to sit on one of its café terraces with Peggy and a good glass of Triple beer, and sketch what I see.’

Ruud also has several drawing tips: ‘I start my sketch by drawing the foreground first: people, lamp posts, bushes or trees. This gives me the framework from which I measure all things in the background, so everything fits in. When I draw a tower, I start with a vertical line, on which I indicate the heights of the different parts.’

My partner Peggy Titaley and I often sketch together during holidays. This is a sketch of her colourful shoes in the train to the airport, on our way to Indonesia last year.

‘I never do a pencil sketch, I start with ink. Everything that goes wrong while drawing, remains visible. When you look at your sketch after a while, you won’t notice these mistakes anymore. The imperfection is pleasing, I think.’

Perspective drawing is hard for everyone, but for Ruud began to understand it better when he got this tip: ‘Someone told me that the horizon is always at your eye-level. So if you are standing, the eyes of all other people standing are at the horizon, because we all are more or less of the same size. You draw all heads on a line, people that are closer look bigger (feet lower on your drawing), people that are at a distance look smaller (feet higher on your drawing).’

Thanks for your story, Ruud, and also for introducing Peggy. We wish you both luck for the Symposium! After all the time and effort you have put into it, you deserve easygoing days in Amsterdam!

USK Interview: Linda Toolsema

door Roger Klaassen

English translation: click here


De USK interviews op onze site maak ik nu al twee jaar samen met Linda Toolsema. Linda is bij velen van jullie natuurlijk al langer bekend: ze doet al jaren allerlei werkzaamheden voor Urban Sketchers Nederland en is een van de drijvende krachten achter Urban Sketchers Groningen. Tijdens het komende Urban Sketchers Symposium zal zij de Registration Desk en de Information Desk voor haar rekening nemen. Hoogste tijd om nader met haar kennis te maken – en vanwege haar aanwezigheid op het internationale toneel plaatsen we ook een Engelse versie van dit interview.

Linda Toolsema

Linda is 44 jaar en woont met haar gezin in de buurt van Groningen. Ze werkt als econoom en onderzoeker aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Urban Sketching: het begin

Linda vertelt: ‘Als kind was ik altijd aan het tekenen en kleuren. Op mijn zeventiende zag ik bij ons in het dorp iemand op straat staan tekenen, en ik wist meteen: dát wil ik doen! Ik kocht een schetsboek, maar was veel te verlegen om in mijn eentje op locatie te gaan tekenen. Ik maakte dat jaar twee urban sketches en daar bleef het bij. Jarenlang tekende ik vooral foto’s en tekeningen na (bijvoorbeeld uit een boek van Anton Pieck). Toen er kinderen kwamen, tekende ik nauwelijks meer, alleen op verzoek een ‘kleurplaat’ of getekende boodschappenlijstjes voor de supermarkt – favoriet bij de kinderen toen ze nog niet konden lezen.’

Groninger Museum. Zoals te zien aan de stempel is dit getekend tijdens een sketchcrawl van USk Groningen.

Na een aantal jaren pakte Linda het tekenen en schilderen weer op. Ze begon met ‘art journaling’: ‘Art journaling is een breed begrip, dat verschillend kan worden uitgelegd. Volgens sommigen vallen (urban) schetsboeken daar ook onder. In mijn beleving is er echter een groot verschil. Het gaat bij art journaling vooral om het proces, niet om het eindresultaat, en worden er nadrukkelijk gemengde technieken en materialen gebruikt. In mijn art journal ben ik vooral lekker aan het kliederen en experimenteren, zonder dat het per se ergens op hoeft te lijken.’

‘Kort daarna, in 2013, stuitte ik bij toeval op het blog van Alissa Duke, een urban sketcher uit Australië. En weer dacht ik: dát is het! Ik nam een schetsboekje mee op vakantie om mijn omgeving te tekenen. Aan het begin ging dat nog aarzelend en soms, om praktische redenen, van foto’s in plaats van op locatie, maar al gauw kreeg ik de smaak te pakken. De online cursussen van Sketchbook Skool en de eerste bijeenkomsten van USk Groningen in 2014 hielpen me verder op weg. Gelukkig bleek ik het nog te kunnen, tekenen! Ik ben er trouwens van overtuigd dat iedereen dat kan – vul gewoon dat eerste schetsboek en dan komt het vanzelf goed.’ Een eerste goed tip van Linda – er volgen er meer.

Dom van Milaan. Een van mijn eerste urban sketches, uit 2014. Het was best spannend, in mijn eentje zitten tekenen op een plein vol nieuwsgierige toeristen. Dit was bovendien de eerste keer dat ik een echt ingewikkeld onderwerp tekende in relatief weinig tijd. Ik vroeg mezelf steeds af ‘hoe zou Liz Steel dit aanpakken?’ en het werkte!

Materialen

Ook wat haar materialen betreft maakt Linda een verschil tussen ‘art journaling’ en ‘urban sketching’. In haar art journals gebruikt ze alle materialen die er zijn, behalve olieverf. Voor ‘urban skecthing’ houdt ze het wat ‘netter’: ‘Dan werk ik met materiaal dat schoner werkt en met minder dikke lagen – anders tekent het zo lastig als het boek voller en voller wordt. Voor urban sketching gebruik ik het liefst een vulpen (meestal Lamy Safari) met zwarte watervaste inkt (De Atramentis Document) en aquarelverf (Daniel Smith en soms Schmincke).’

‘In het begin werkte ik vooral met een waterpenseel, nu neem ik steeds vaker de moeite om een ‘echt’ penseel te gebruiken. Mijn reispenseel van Rosemary&Co bevalt zo goed dat ik zelden andere penselen meeneem op locatie, en zelfs thuis meestal dit penseel gebruik. Soms experimenteer ik met gouache, kleurpotloden, aquarelpotloden of andere soorten pennen.’

Porto, tijdens het USk Symposium 2018. Een favoriet onderwerp: oude huizen. In Porto hing bovendien bij bijna ieder huis de was buiten, wat ze nóg leuker maakte om te tekenen.

Linda tekent in verschillende schetsboeken, A5 of A6-formaat, staand of liggend.’Mijn favoriete merken zijn Stillman & Birn Alpha (geen aquarelpapier maar toch heel geschikt bij lichte wassingen) en Laloran. Voor art journals was de Strathmore Mixed Media op A4 formaat lange tijd favoriet, maar op dit moment werk ik heel graag in een A5 Moleskine Art Plus boekje.”

‘Ik heb liever wat meer en dunnere pagina’s dan van dat perfecte, dikke aquarelpapier. Hoe luxer het papier, hoe minder ik teken…’ Ofwel anders geformuleerd (of door mij geïnterpreteerd), een tweede tip van Linda: werp geen drempels voor jezelf op door duur papier te gebruiken. Op goedkoper papier mag er eens iets mislukken: Linda experimenteert zelfs in schetsboeken met ‘heel, dun, slecht papier’, die ze snel vult met heel snelle schetsen. Waarmee ik niet wil zeggen dat goedkoop papier per definitie slecht papier is, natuurlijk – maar je begrijpt haar (en mijn) punt.

Twister. Meestal doe ik een tot anderhalf uur over een schets, maar daarnaast heb ik ook een andere, snellere stijl. Vaak doe ik dat in een kleiner (A6) schetsboekje dat ik altijd bij me heb voor verloren momenten. Deze tekeningen zijn eenvoudiger en slordiger, maar geven vaak dierbare herinneringen weer, zoals hier een spelletje Twister van de familie.

Urban sketching in de praktijk

Nare ervaringen met urban sketching heeft Linda vrijwel nooit. De enige nare ervaring die ze weet te noemen lokte ze min of meer zelf uit: ‘Ik liet mijn buurvrouw in het vliegtuig ongevraagd mijn portret van haar zien. Ik kon haar niet verstaan, maar ze reageerde erg afwijzend. Achteraf besefte ik dat ze de hele reis met een doosje medicijnen had zitten spelen, dus misschien had ze vliegangst of zo… Sindsdien laat ik mijn portretten alleen zien als mensen daar zelf om vragen. Maar ik blijf ze gewoon tekenen, het is veel te leuk!’ En dat is dan de derde tip: teken wat je leuk vindt – trek je niets aan van wat anderen daarvan vinden.

Texel. Vooral op vakantie teken ik veel. Het strand is een favoriet onderwerp.

Linda maakte graag reclame voor urban sketching: ‘Het op locatie tekenen is op zich al een heerlijke bezigheid: je gaat fijn op in je omgeving, meestal op een mooi plekje, hopelijk met mooi weer en vaak in goed gezelschap. Wat verder opvalt zijn de contacten met voorbijgangers. Ik zou uit mezelf op straat niet gauw een gesprek met een onbekende beginnen, maar bij het tekenen gebeurt dat als vanzelf. En dat zijn vaak bijzonder leuke gesprekken. Ik vind het leuk als voorbijgangers het een en ander weten te vertellen over de plek die ik aan het tekenen bent, of als ik ze kan inspireren zelf eens (weer) te gaan tekenen.’ Mag ik dit ook als tip herformuleren: wees niet bang voor vreemde blikken. Mensen vinden het leuk om je bezig te zien en vertellen graag over 1) je tekenwerk 2) het onderwerp van je tekening of 3) zichzelf – allemaal prima.

Lissabon. Ik was anderhalve dag in Lissabon, en het regende bijna continu. Deze tekening maakte ik van onder een afdak bij station Rossio. Ik zat dus droog, maar de regen inspireerde me om de aquarelverf flink te laten druppen.

Linda had begin 2018 een prachtige belevenis als urban sketcher: ‘Ik maakte deel uit van het team van de Sketch Tour Portugal waarbij een jaar lang iedere maand twee schetsers – een Portugese en een buitenlandse tekenaar – een aantal dagen door Portugal trokken om het land vast te leggen in schetsboeken. Dat was een onvergetelijke week!’ Zie ook haar verslag van deze reis op onze site.

Linda heeft haar favoriete onderwerpen – maar eigenlijk is alles leuk: ‘Het liefst teken ik oude gebouwen, in alle soorten en maten. Ik vind het erg leuk om te tekenen als ik op reis ben, op plekken waar ik niet zo vaak kom. Maar eigenlijk teken ik overal: in de stad, in het museum, op het strand, in de achtertuin, in mijn keuken, enz.’

Amsterdam

Amsterdam, uitzicht vanuit A’dam Lookout. Het uitzicht hier is adembenemend! Maar hoe teken je dat? Eerst probeerde ik een lijntekening met zwarte pen, maar als je al die huizen probeert te tekenen wordt je papier helemaal zwart… Meteen in kleur, hier met een waterpenseel met aquarelverf, werkte beter.

Linda is al heel lang betrokken bij de organisatie van het Urban Sketchers Symposium in Amsterdam. Ze heeft een tip voor een toplocatie in Amsterdam: ‘Onlangs tekende ik in de A’dam Lookout (het voormalige Shell-gebouw aan het IJ, aan de overkant van het Centraal Station). Vanaf het restaurant/bar op de 20e verdieping, op het dakterras, heb je een geweldig uitzicht. Je kunt er ook ‘over the edge’ schommelen, mocht je daar dapper genoeg voor zijn.’

Linda, bedankt voor je verhaal en je tips. Vanwege ons werk voor het Symposium en de zomervakantie is dit voorlopig het laatste interview. Na de zomer pakken we de draad weer op!

A’dam Lookout

Pashouders van het Urban Sketchers Symposium kunnen in die week met korting naar de A’dam Lookout. Normale prijs €13,50 – met korting €7,50. Meer info: klik hier .

Hartelijk dank aan Anne Rose Oosterbaan en A’dam Lookout voor deze aanbieding.

English version

USK Interview: Linda Toolsema

by Roger Klaassen

For the last two years, the USK interviews on our site have been made in a cooperation between Linda Toolsema and me. Linda has been doing work for Urban Sketchers Netherlands for years, and she is one of the driving forces behind Urban Sketchers Groningen. In the upcoming Urban Sketchers Symposium, she will be running the Registration Desk and the Information Desk – a good reason to have an English translation of her interview so you all know her already when you come to Amsterdam.

Linda Toolsema

Linda is 44 years young and she lives with her family close to Groningen, in the north of the Netherlands. She works as an economist and a researcher at the University of Groningen.

Urban Sketching: the beginning

Linda: ‘As a child, I always drew and coloured. When I was seventeen, I saw someone drawing outside, on the street, and I knew: this is what I want to do! I bought a sketchbook but I was way too shy to draw on location on my own. I made two urban sketches that year and that was it. For years, I made drawings after pictures and drawings of others (e.g. drawings made by famous Dutch illustrator Anton Pieck). When I got kids, I hardly drew anything, except for a ‘colouring page’ or an illustrated shopping list – a favourite when my children could not yet read.’

Groninger Museum. As you can see from the stamp, this sketch was made during a sketchcrawl of the USk Groningen.

After a few years, Linda took up her drawing and painting. She started ‘art journaling’: ‘Art journaling is a broad concept, that can be interpreted in many different ways. Some say that urban sketching is a part of it. To me, art journaling and urban sketching are very different. Art journaling is about the process, not about the end result – the emphasis is on mixed techniques and materials. In art journals, I am doodling and experimenting, the result may not look like anything.’

‘Shortly thereafter, in 2013, I found the blog of Australian urban sketcher Alissa Duke. And again, I thought: this is it! I took a sketchbook with me on a holiday to draw the surroundings. In the beginning, I was a bit hesitant and for practical reasons I sometimes drew from pictures afterwards instead of drawing on location. But soon I got the hang of it. Online courses of Sketchbook Skool and my first outings with USk Groningen helped me to go forward. And fortunately, I still got it, the ability to draw! By the way, I am convinced that anyone can draw – just fill that first sketchbook and it will turn out right.’ A great first tip of Linda – more will follow.

Milan Cathedral. One of my first urban sketches, made in 2014. It was exciting, to draw on my own on a square full of curious tourists. It was the first time that I drew such a complex subject in a relatively short time. I constantly asked myself ‘how would Liz Steel do this?’ and it worked!

Tools and materials

When it comes to tools and materials, Linda also makes a distinction between ‘art journaling’ and ‘urban sketching’. For her art journals, she uses any materials, except for oil paints. For ‘urban sketching’, she likes to use ‘cleaner’ materials: ‘I use cleaner materials and do not apply thick layers of material – because that makes working in a sketchbook more cumbersome the more it is being filled. For urban sketching I prefer fountain pens (mostly Lamy Safari) with a black waterproof ink (De Atramentis Document) and watercolours (Daniel Smith and some colours of Schmincke).’

‘When I just started urban sketching, I used a waterbrush, but nowadays I prefer a ‘real’ brush. I like my Rosemary&Co travel brush so well, that I rarely take another brush with me, and even at home I mostly use that brush. Sometimes I experiment with gouache, coloured pencils, watercolour pencils or other kinds of pens.’

Porto, sketched during USk Symposium 2018. A favourite subject: old houses. The laundry made them even more fun to draw.

Linda draws in different sketchbooks, sizes A5 or A6, portrait or landscape. ‘My favourite brands are Stillman & Birn Alpha (not watercolour paper, but it can have a light wash) and Laloran. For art journals I liked the Strathmore Mixed Media (size A4) for a long time, but I turned to the smaller (A5) Moleskine Art Plus sketchbook.’

‘I prefer sketchbooks with more and thinner pages to the ones with perfect, thick watercolour paper. The more ‘luxurious’ the paper, the less I draw…’ Or, formulated differently (or interpreted differently by me), a second tip by Linda: don’t build barriers that keep you from drawing by using expensive paper. Using cheap paper, you can afford mistakes: Linda even experiments in sketchbooks with ‘very thin, very bad paper’, that she fills with quick sketches. Having said this, I emphasize that cheap paper is not bad paper by definition – but you will get my (and her) point.

Twister. Mostly, a sketch takes me one to one and a half hour, but I also have another, quicker drawing style. I use it in a smaller size (A6) sketchbook that I always carry with me for use in ‘lost moments’. These drawings are simpler and messier, but they are dear souvenirs – for instance of a game of Twister with my family.

Urban sketching in practice

Linda hardly ever has had unpleasant experiences while urban sketching. The only bad experience she can remember, was more or less provoked by herself: ‘Without asking, I showed a portrait I made of a lady next to me in the plane to her. I couldn’t understand her, but she seemed to be very annoyed. With hindsight, I realised that she had been playing with a medicine container all the time, so maybe she had a fear of flying… Since then, I only show portraits to people who ask for it themselves. But I keep on making portraits, because it is just too much fun!’ Which is the third tip: draw whatever you like – don’t bother about what people might think.

Texel (one of the Dutch Wadden Islands). Especially when I am on vacation, I draw a lot. The beach is a favourite subject.

Linda very much likes to promote urban sketching: ‘Drawing on location is in itself a great passtime: you blend in to your surrounding, mostly on a beautiful spot, hopefully with good weather and in good company. I also like the contacts with passers-by. I wouldn’t easily start a conversation with complete strangers on the street, but when you are drawing, it just happens. And it turns out that these are often nice conversations. I like it when people tell me something about the subject I am drawing, or when I can inspire them to take up drawing.’ Allow me to re-state this as a next tip: don’t be afraid of strangers! People like to see you drawing and they like to talk about 1) your drawing 2) the subject of your drawing 3) themselves – all is good.

Lisbon. I spent one and a half day in Lisbon and it rained all the time. I made this drawing, standing under a shelter at the Rossio Station. So I kept myself dry, but inspired by the rain I let my watercolours run.

In 2018, Linda had a great adventure as an urban sketcher: ‘I was part of a team of the Sketch Tour Portugal. For an entire year, every month two sketchers – one Portuguese, one foreign – toured Portugal for a few days, making a reportage in drawings. It was unforgettable!’ See also her report (in Dutch, but her drawings speak for themselves) on this site.

Linda has her favourite subjects – but, actually, everything is good fun: ‘I prefer drawing old buildings, of all kinds and sizes. I like to draw when I am travelling, in places that I don’t visit very often. But I draw anywhere: in the city, in the museum, on the beach, in my backyard, in my kitchen, etc.’

Amsterdam

Amsterdam, view from A’dam Lookout. The view is breathtaking! First, I tried to make a line drawing with a black pen, but if you try to draw all these houses, you end up with a black paper… So I did another one directly in watercolours, using a waterbrush – that was better.

Linda has been involved in the organisation of the Urban Sketchers Symposium in Amsterdam for a long time already. She has a special tip for a prime drawing spot in Amsterdam: ‘Some time ago, I sketched in the A’dam Lookout (a highrise on the other side of the River IJ from the Central Station). From the restaurant/bar on the 20th floor, you have a magnificent view over Amsterdam. You can also swing ‘over the edge’ if you dare.’

Linda, thanks for your story and your drawing tips!

A’dam Lookout

Pass-holders of the Urban Sketchers Symposium get a discount on the entrance fee for the A’dam Lookout. Normal price €13,50 – with a discount €7,50. More information: click here.

Thanks to Anne Rose Oosterbaan and A’dam Lookout for this offer.

USK interview: René Onclin

René Onclin in actie.

door Roger Klaassen

In dit interview maken we kennis met een echte Amsterdammer: René Onclin. Voordat we René aan het woord laten, rekenen we eerst af met een hardnekkig misverstand: de naam ‘Onclin’ spreek je niet uit op z’n Frans, maar op z’n Amsterdams – Onk-lin. Onthouden!

Wie René al een tijdje volgt op onze Facebookpagina of op Instagram, weet dat René een aardige catalogus in tekeningen aan het opbouwen is van architectuur in en om Amsterdam (en ook wel verder van huis). De tekeningen zijn helder en duidelijk, en er staat altijd wat informatie bij over de architect, het bouwjaar en bijzonderheden van het gebouw of brug. Ik vind het leuke ervan dat René de minder pittoreske onderwerpen niet uit de weg gaat.

Rijksmuseum (1885), bijgebouw en tuin, ontworpen door P.J.H.Cuypers (1827-1921)

René (62 jaar jong) is een geboren en getogen Amsterdammer: ‘Samen met mijn vrouw woon ik alweer de nodige jaren in de mooie Rivierenbuurt in het zuiden van de stad. Onze drie kinderen zijn inmiddels het huis uit.’

‘Na een loopbaan binnen het onderwijs op verschillende niveaus ben ik uiteindelijk bij de Hogeschool van Amsterdam terecht gekomen. Daar heb ik eerst bij de pabo gewerkt en nu houd ik mij bezig met projecten op divers gebied binnen de Hogeschool.’

Nieuwe Centrale hal (2013) Rijksmuseum ontworpen door Cruz en Ortiz

‘Hoewel ik oorspronkelijk ben opgeleid als docent handvaardigheid en tekenen deed ik hier niet veel mee. Via het boek ‘Everyday Matters‘ van Danny Gregory (mede-oprichter van Sketchbook Skool) kwam ik ongeveer 15 jaar geleden met tekenen en vervolgens ook met urban sketching in aanraking. Naast mijn werk ben ik tekenen weer gaan gebruiken als afleiding en uitlaatklep voor de hectiek van alle dag. Met als resultaat dat dit een steeds grotere en belangrijke rol is gaan spelen in mijn leven.’

Eregalerij, eerste etage Rijksmuseum
Schilderij ‘Zomerweelde’ van Jac van der Looij (1855-1930, hets childerij is van ca. 1897) in het Rijksmuseum. Bij dit schilderij was ik onder de indruk van de wilde blauwe bloemen op de voorgrond.

Materialen

René is wat papier betreft een omnivoor te noemen. Hij gebruikt zowel schetsboeken als losse vellen van verschillende formaten. Het onderwerp dat hij wil tekenen bepaalt zijn keuze wat te gebruiken. Als hij een fijn papier vind, bindt hij er ook wel zelf boekjes van.

‘Op dit moment gebruik ik vaak 200 grams standaard papier van Van der Linde (het huismerk van de Amsterdamse kunstenaarsmaterialenzaak Van der Linde), en schetsboekjes van Hahnemühle en Moleskine.’

Het postkantoor, onderdeel van het Schip (1917-1920), een beroemd Amsterdamse School gebouw, ontworpen door Michiel de Klerk (1884-1923). De kleuren, de vloeiende lijnen gecombineerd met de details en ornamenten fascineren mij nog steeds.

En ook wat gereedschap betreft hanteert hij een uitgebreid assortiment: ‘Ik ben zeer tevreden over de Staedtler watervaste pigment liners. Voor (dekkend) wit gebruik ik Uni Posca Markers. Dan heb ik ook de Pentel Pocket Brush pen standaard in mijn etui. Datzelfde geldt voor mijn Lamy vulpen gevuld met Platinum Carbon inkt. Omdat ik graag laag over laag werk gebruik ik verschillende diktes van pennen en heb ik vaak ook brushpennen in zwart en wit bij me.’

‘Voor kleur gebruik ik Talens Van Gogh aquarelverf. Als ik meer tijd wil nemen dan neem ik Talens Ecoline Brush Pennen mee. Op dit moment ben ik ook erg blij met het zwarte watergrafiet (Artgraf) van Viarco. Dit is erg goed voor schaduwpartijen.’

Hotel New York (1901-1917) in Rotterdam, ontworpen door: Muller, Drooglever, Fortuyn en van der /Tak. De combinatie van oude en nieuwe architectuur gaf mij de doorslag om dit te maken.

Urban Sketching in de praktijk

Ook al moet René meestal even een drempel overwinnen om ergens in de stad te gaan tekenen, bevalt het tekenen op locatie hem erg goed: ‘De reacties zijn altijd positief. Men is benieuwd waarom je gaat zitten tekenen, of een tekening wellicht te koop is, of de auto van de toeschouwer er toch ook wel op komt te staan, of er een foto van je gemaakt mag worden?’

Het liefst tekent René architectuur: ‘Ik heb iets met architectuur in brede zin. Ik wil ook graag weten wie de architect is/was en wanneer iets gemaakt is. Dit geeft het geheel meer context voor mij. Naast het tekenen van gebouwen aan de buitenkant vind ik het ook leuk om binnen te tekenen. Het gaat mij dan meestal om de constructies en de lichtwerking. Grote openbare gebouwen lenen zich hier het beste voor.’

Station Rai, Amsterdam (1981), ontworpen door: Koen van der Gaast (1923-1993), Alle constructies en kleuren in dit pand maken het een kunstwerk op zich voor mij.

Tips

René heeft een paar tips voor mooie tekenloacties in Amsterdam: ‘Wat betreft mooie locaties denk ik aan de ‘Amsterdamse school’ panden in diverse delen van Amsterdam.’ Een overzicht van de mooiste voorbeelden van de Amsterdamse School kun je hier vinden.

‘De beste tip die ik kreeg was het Rijksmuseum. Of dit nu de kunstwerken zijn, het gebouw of de tuin, overal waar je kijkt zie ik mogelijkheden om te tekenen. Het museum is ook erg gastvrij en organiseert ook geregeld teken activiteiten voor de bezoekers.’ In zijn tekeningen bij dit interview laat René een aantal bekende en onbekende plaatsen van het museum zien.

Silodam, Amsterdam Noord (2002), ontworpen door MVDRV. Ik ben zelf ook in dit gebouw geweest en niet alleen de buitenkant heeft specifieke kleuren, hetzelfde geldt voor de binnenkant. De stad heeft hier weer een nieuw gezicht gekregen.

Bedankt voor je verhaal, René – we houden ons aanbevolen voor een dagje architectuur tekenen in Amsterdam.

USK Interview: Gertie van der Weiden

Tijdens onze Schetsdag van 18 mei in Middelburg zullen er een aantal workshops worden verzorgd. In een paar USK-interviews maken we kennis met de workshopinstructeurs. Vandaag: Gertie van der Weiden!


door Linda Toolsema

Gertie van der Weiden geeft een bijzondere workshop tijdens de Sketch Day in Middelburg: er wordt voor de verandering eens niet getekend, maar deelnemers maken hun eigen schetsboek!

Gertie (59) woont in Heemstede en is al bijna 40 jaar gelukkig getrouwd met Ben. Samen hebben ze “twee prachtige volwassen dochters, twee leuke schoonzonen, een lieve Duitse Dog van zes maanden en een kleinzoon om op te vreten!” Gertie werkte lange tijd met veel plezier bij de bibliotheek, maar na een aantal operaties aan haar handen heeft ze helaas haar baan op moeten geven. Dat is best moeilijk, maar Gertie probeert het positief te bekijken: dat betekent veel tijd om te tekenen!

Deze twee tekeningen zijn gemaakt op de Grote Markt in Haarlem. “De eerste helemaal op m’n gemak vanaf de vide bij Brinkman, de tweede helemaal niet op m’n gemak… op m’n krukje midden op de markt tussen de toeristen.”

Uitdaging

Tekenen heeft heel lang een grote rol gespeeld in Gertie’s leven. Als kind was ze altijd aan het tekenen. Toen ze later een grafische opleiding ging volgen, ging er een wereld voor haar open, zoveel materialen en zoveel mogelijkheden!

Vanaf 2002 was Gertie bezig met pastelkrijt. Eerst tekende ze portretten naar willekeurige foto’s van internet en later ook in opdracht. “Dat was leuk om te doen, maar de tekeningen zijn zo kwetsbaar. Alles moest worden ingelijst, en waar laat je dat allemaal…?” Na een jaar of vier is ze daarmee gestopt. Net als bij zoveel andere mensen kwam het tekenen er niet meer van. Omdat ze dat toch best jammer vond, is ze in 2014 online lessen gaan volgen bij Sketchbook Skool, en van het een kwam het ander. Urban Sketching vindt Gertie nog steeds een enorme uitdaging. “Laten we zeggen dat perspectief geen vriend van me is, maar ik blijf oefenen en vind het zo leuk om te doen!”

“Mooie herinnering aan een paar heerlijke dagen tekenen in Sevilla, afgelopen oktober.”

Meestal tekent Gertie met vulpen (Pilot Falcon of Hero 501-1), grijze inkt (Noodlers Lexington Grey) en aquarelverf (Daniel Smith). Ze kiest bewust voor de grijze inkt, want “die vind ik heel mooi omdat de lijnen net iets zachter zijn”. Voor het schilderen gebruikt ze zoveel mogelijk een mooi penseel van Rosemary of Escoda, maar omdat het waterpenseel zo makkelijk is pakt ze die in de praktijk toch steeds weer. “Misschien moet ik hem maar gewoon thuis laten!”

Sketchcrawl Den Haag. “Al was het in eerste instantie een teleurstelling dat we het Mauritshuis niet konden tekenen, toch bleek het allemaal best mee te vallen. We hebben heerlijk getekend!”

Workout

Ondanks dat Gertie het soms best lastig vind om te tekenen op plaatsen waar veel mensen op je vingers kijken, zijn de reacties eigenlijk altijd heel leuk. “Ik vind het heerlijk om op de fiets te stappen met mijn tekenspullen en gewoon af te stappen als ik een leuk plekje tegenkom om te tekenen. Gelukkig gaat het met het weer de goeie kant op!”

Sketchcrawl Schiedam. “Ik was er niet eerder geweest maar wat is Schiedam een leuke plaats! Bovendien werkte het weer goed mee, het was februari maar het leek wel voorjaar!”

Eigenlijk is (bijna) alles het waard om getekend te worden, vindt Gertie. Je moet gewoon beginnen. Dat realiseerde ze zich nadat ze eens met een tekenvriendin bijna twee uur door Delft had gelopen op zoek naar het perfecte plekje om te tekenen. Toen ze eindelijk een plekje hadden gevonden, begon het te regenen! Daarop hadden de dames geen tekening – maar gelukkig wel een hele gezellige middag én een flinke workout!

“Het was nog steeds heerlijk weer, dus even op de fiets naar de Waterleidingduinen en daar op een bankje in de zon het bezoekerscentrum getekend, op 25 februari 2019.”

Workshop 18 mei: boekbinden

Gertie heeft, zo zegt ze zelf, best veel hobby’s. Daarvan staat urban sketching op de eerste plaats, maar vlak daarna komt boekbinden. En dat is natuurlijk de perfecte combinatie! Wat is er nou leuker dan schetsen in je zelfgemaakte schetsboek. En als je je schetsboek zelf maakt, kun je het helemaal naar je eigen wensen samenstellen, dus met je favoriete formaat, papier en uiterlijk.

Voorbeeldboekjes voor de workshop op 18 mei in Middelburg.

Na heel wat uitproberen heeft Gertie een manier gevonden om een sterk schetsboek te binden wat mooi openvalt en er ook nog eens leuk uitziet! Tijdens de workshop in Middelburg wil ze heel graag met jullie delen hoe leuk (en eigenlijk best makkelijk) het is om zelf zo’n persoonlijk schetsboek te maken. Gertie stuurde een foto mee van de voorbeeldboekjes die ze heeft gemaakt voor de workshop, zien ze er niet prachtig uit?

Bedankt voor je verhaal en voor het geven van een workshop op 18 mei, Gertie!

Informatie over de Schetsdag in Middelburg kun je over enkele dagen vinden op deze website. Op Facebook kondigen we dat aan. Dan laten we jullie ook weten wanneer de inschrijving start.

USK Interview: Agnes den Hartogh

Tijdens onze Sketch Day van 18 mei in Middelburg zullen er een aantal workshops worden verzorgd. In een paar USK-interviews maken we kennis met de workshopinstructeurs. Vandaag: Agnes den Hartogh!


door Roger Klaassen

Agnes den Hartogh is een ondernemende kunstenares: ze maakt illustraties voor uitgeverijen en bedrijven, maakt grote doeken, ontwikkelt culturele en educatieve projecten, geeft teken- en schilderlessen en ze exposeert regelmatig, zowel in Nederland als in het buitenland. Op dit moment is Agnes afwisselend actief in Vlissingen en in Italië, voorheen woonde en werkte ze in de Randstad en in Laos.

En… is ze ook een actieve urban sketchers. Op onze Sketch Day in Middelburg op 18 mei geeft ze een workshop. De hoogste tijd om kennis te maken met haar!

Gemaakt in Napels, juni 2014. Eén van mijn meest geconcentreerde aquarelschetsen, gemaakt tijdens een USK-4 daagse van de Napolitaanse Clandestina’s (Simo Cappechi en Carolyn Peyron). Meestal ben ik geneigd om met kleurpotlood nog iets aan te zetten, maar deze is zonder potlood al compleet. Tekenpen 0,2 mm en aquarel, A5.

‘Als kinderen mij vragen hoe lang ik al teken, zeg ik altijd dat mijn ouders bij de geboorte schrokken, omdat ik zo’n klein Ikea-potloodje in mijn knuistje had. Dat was 50 jaar geleden. Als geïnteresseerde jongeren en hun ouders mij vragen of de kunstacademie nu wel zo verstandig is in verband met werk en inkomen later, kan ik laten zien dat ik het levende bewijs ben van iemand die kan leven van en met tekenen en kunst. Zolang je maar ondernemend en ondernemer bent!’

Urban Sketching

Agnes deed al aan urban sketching voordat de naam ‘urban sketching’ was uitgevonden: ‘Op de academie (nu Artez, tijdens mijn studie CABK en Constantijn Huygens, Kampen) studeerde ik Illustratie, dat was een aparte richting binnen Grafisch Vormgeven. Ik had een aantal strenge docenten die ons verplichtten iedere dag te tekenen: in de trein, op de markt.’

De studenten tekenden in dummies: de blanco proefbindingen die uitgeverijen gebruiken om gewicht en formaat van nieuwe boeken te beoordelen. ‘We haalden onze dummies voor dumpprijzen bij de uitgeverijen in Amsterdam. We scheurden de eerste gedrukte pagina’s eruit. Met name de exemplaren van de Arbeiderspers hadden mooi papier met een subtiel reliëfje.’

Haar eerste echte Urban Sketchboek dateert uit 1999: ‘Het was een oud fotoboek van de rommelmarkt, met van die spinnenwebvelletjes: ik maakte er allemaal impressies in van Lissabon, met een zwart pennetje.’

Agnes gebruikt verschillende materialen, die gangbaar zijn bij veel urban sketchers: vulpen, tekenpen, aquarel en kleurpotlood. Maar Agnes maakt soms ook haar eigen tekenmateriaal: ‘Ik maak dan gebruik van wat plaatselijk voorhanden is. Zo heb ik in Laos mijn eigen inkt gemaakt van koffie, bier en sigarettenas. Als het maar lang genoeg in de zon staat, wordt het prachtige stroperige inkt, die heel mooi opdroogt.’

Een overweldigende ervaring in Myanmar, fietsend tussen duizenden tempels op een stukje van 10 vierkante kilometer. In Azië ging ik mijn kleurenpalet te buiten. Rode vulpen, aquarel en kleurpotlood, A4.

‘In mijn tijd in Laos liet ik me inspireren door Aziatische invloeden. Ik tekende met bamboepennen en werkte op grote formaten. Tijdens het Urban Sketchers Symposium in Barcelona (in 2013) leerde ik Aziatische ‘foefjes’ van Kiah Kiean Chng, Tia Boon Sim en Paul Wang. Bijzonder hoe bepaalde culturele tradities en materialen hun eigen weg vinden in de hedendaagse schetsen.’

Reacties

Soms leidt het tekenen ‘in het wild’ tot heel mooie dingen: ‘In Vientiane (Laos) zat ik op een terras te tekenen in mijn schetsboek. Een nogal opvallend exemplaar, dat ik cadeau had gekregen van een Engelse vriendin die boekbinder is; alleen al vanwege de buitenkant wilde je het even vasthouden. Een man kwam naar me toe en vroeg of hij mijn schetsboek mocht inkijken. Hij bladerde er in en zei: ‘Ik wil dat je in mijn galerie komt exposeren.’ Zo hield ik er een grote expositie aan over.’

Ik heb in Mexico een aantal keren projecten met vuilnisbeltkinderen gedaan. Dat waren bijzondere heftige ervaringen en dan vind ik het fijn dat je het kan vastleggen vanuit een bepaalde emotie. Potlood, krijt, aquarel, acryl, snot en traan, groot formaat: A2.

Ook in Vlissingen krijgt ze leuke reacties als ze met jongeren op straat aan het tekenen is, met name van ouderen: ‘In de jaren ’50 en ’60 was er een bekende Vlissingse tekenleraar die destijds al met z’n leerlingen naar de Boulevard en de stad ging om te tekenen. Bijna iedere oudere heeft les van ‘m gehad.’

Favoriete onderwerpen & locaties

Agnes houdt van een uitdaging: ‘Ik teken graag ingewikkelde architectonische situaties met lekker veel perspectivische uitdagingen. De ‘gestapeldheid’ van Italiaanse steden vind ik fantastisch. De schetsen vormen vaak het uitgangpunt voor mijn grote doeken waarop ik met allerlei druktechnieken mijn impressies van Italiaanse steden vertaal.’

‘Panicale en Cortona in Italië zijn mijn favoriete spots om te tekenen. ’s Zomers geef ik er vaak tekenles op locatie, veelal aan Amerikanen.’

Mijn goede Italiaanse vriend Roberto. Ik help jaarlijks mee met de druivenpluk. Als we rond tweeën klaar zijn heeft zijn vrouw een 6-gangen lunch bereid en proeven we de gisting van de druiven. Aquarel, kleurpotlood, A4.

Workshop op 18 mei

Wat ga je in Middelburg doen bij je workshop? ‘We gaan een mooi sfeerverslag maken, waarbij het aspect compositie een grote rol speelt. Het wordt verrassend anders. De deelnemers hoeven alleen hun tekenmaterialen mee te nemen (pennetje, aquarel, en waar je verder graag mee werkt), maar geen schetsboek – ik zorg voor papier.’

Bedankt voor je verhaal, Agnes! En veel plezier bij de workshop in Middelburg! Wil je meer weten of zien van Agnes: bezoek dan haar websites ‘Agnes tekent‘ of ‘Filiaal Vlissingen‘.

Informatie over de Schetsdag in Middelburg kun je binnenkort vinden op deze website. Op Facebook kondigen we dat aan. Dan laten we jullie ook weten wanneer de inschrijving start.